3 Eerste inbedrijfstelling
11 Ontluchten koelsysteem
Zodra de motor op bedrijfstemperatuur is
gekomen dient het koelsysteem te worden
ontlucht.
• Verwijder de dop van de vulnek.
• Varieer het toerental tussen stationair en
2000 omw/min.
• Vul koelvloeistof bij indien noodzakelijk.
30
• Plaats de dop terug op de vulnek.
• Controleer de koelvloeistoftemperatuur.
12 Proefvaart
• Controleer de werking van de van de bedie-
ningshendel.
• Maak een proefvaart.