5 Gebruik
3
8 Spannen van de veren
• Draai de slinger (3) rechtsom om de veren
op te winden.
Draai voor een warme motor tot de witte ve-
ren zichtbaar zijn in het controlevenster (4) .
Draai voor een koude motor verder tot de
rode veren zichtbaar zijn in het controlevens-
ter.
Te veel opwinden verkort de levensduur van
de veerstarter.
4
9 Starten
• Verwijder de slinger (3) van de veerstarter.
Ontspan NOOIT de veerstarter als de
opwindslinger nog is geplaatst
Starten met behulp van een veerstarter
3
• Start nu de motor door de plunjer (1) uit
te trekken en daarna de starthefboom (2)
over 90 graden, tot aan de aanslag, te ver-
L
et op
plaatsen. Neem gas terug zodra de motor
gestart is.
.
Laat de sleutel, tijdens het draaien van de
motor, in de stand 'ON' staan.
Wacht altijd tot de motor volledig stilstaat al-
vorens een tweede startpoging uit te voeren
indien deze de eerste keer niet aanslaat.
(optie)
1
2
L
et op
39