5 Gebruik
3 Inschakelen
• Draai de startsleutel op het instrumenten-
paneel naar rechts; de controlelampjes
voor oliedruk en dynamo gaan nu branden
en de alarmzoemer treedt in werking.
Omgevings-
Voorgloeitijd
temperatuur
Hoger dan + 5°C
ca. 6 seconden
+5°C tot -5°C
ca. 12 seconden
Lager dan -5°C
ca. 18 seconden
Maximale
1 minuut
inschakelduur
4 Voorgloeien
De optimale voorgloeitijd is afhankelijk van
de omgevingstemperatuur; hoe lager de
omgevingstemperatuur, hoe langer de voor-
gloeitijd welke noodzakelijk is. Zie tabel.
v
oorzichtiG
Overschrijdt nooit de maximale voorgloeitijd
om verbranden van de gloeipluggen te voor-
komen.
• Draai de sleutel verder naar rechts tot op de
stand '
' .
Tijdens het voorgloeien zal het controlelamp-
je voor voorgloeien branden en de alarmzoe-
mer uit zijn.
• Houdt de sleutel ca. 6 seconden in deze
stand.
Starten
35