6 Onderhoud
9 Controleren van het koelwaterfilter
• Controleer dagelijks of er zich vuil in het
koelwaterfilter bevindt.
L
et op
Alleen bij motoren met interkoeling.
52
10 Reinigen van het koelwaterfilter
• Sluit de buitenboordwaterkraan alvorens
het filterdeksel los te nemen.
• Reinig het koelwaterfilter zo vaak als no-
dig is, afhankelijk van de vervuiling van het
vaarwater, maar tenminste eenmaal per
halfjaar. Een vervuild koelwaterfilter kan
leiden tot een hogere temperatuur dan
normaal, of tot oververhitting van de mo-
torkoelvloeistof.
Controleren en reinigen van het koelwaterfilter
• Controleer na het reinigen en monteren
van het deksel de afdichting van het deksel
op het filterhuis. Bij een niet goed afgedicht
deksel zuigt de buitenwaterpomp tevens
lucht aan; dit kan leiden tot een te hoge
motortemperatuur.
Dagelijks, vóór het starten.