3 Eerste inbedrijfstelling
FUEL
8 Brandstof
• Vul de brandstoftank met dieselolie.
Gebruik uitsluitend schone, watervrije, in de
handel verkrijgbare dieselolie.
Voor brandstofkwaliteit zie pag. 124.
• Ontlucht het brandstofsysteem, zie pag. 54.
28
W
aarschuWinG
Alleen bij stilstaande motor tanken. Mors
geen brandstof. Voorkomen onnodige ver-
vuiling van het milieu.
9 Overige voorbereidingen
• Controleer of de accu geladen is en contro-
leer de aansluitingen van de accukabels.
• Zet de hoofdschakelaar in de stand '
• Open de buitenboordafsluiter.
Neutraal
(Geen gas, keerkoppeling
niet ingeschakeld)
• Zet de bedieningshandel in de stand
'
' .
neutraal
' .
aan