Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Apparaat Via Het Netwerk Contro; Leren - Durr Dental Tyscor VS 4 Montage- En Gebruikshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Eco Stop
De functie Eco Stop kan ofwel voor een korte
(geactiveerd) of lange (uitgeschakeld) tijd worden
ingesteld. De instelling kan worden uitgevoerd op
het gebruikersniveau Beheerder.
Stel in een eenhedennetwerk de Eco
Stop in op de hoofdeenheid.
Activeren van de Eco Stop:
Om de Eco Stop-functie van het displayvenster
te activeren verandert u met de knop Instellingen
naar het menuvenster. Dan verandert u via de
knop Parameters en de Start/stop naar het sub-
menu. Via de schuifknop Eco Stop kan nu de
functie worden geactiveerd of uitgeschakeld. Is
de functie actief, dan wordt de schuifknop weer-
gegeven in blauw.
Afvoerluchtfilter
Wordt een afvoerluchtfilter gebruikt, dan moet
deze in de bediening worden ingesteld. Slechts
dan wordt een overeenkomstige onderhoudsmel-
ding afgegeven.
Instelling afvoerluchtfilter:
Verander in het displayvenster met de knop
Instellingen naar het menuvenster om de onder-
houdsteller voor de afvoerluchtfilter te activeren.
Schakel dan via de knop Parameters en Afvoer-
luchtfilter over op de keuzelijst. Selecteer in de
lijst of er een afvoerluchtfilter aanwezig is of niet.
Noodbedrijf
In het noodbedrijf kan de eenheid of het netwerk
van eenheden in bedrijf blijven, zelfs als een com-
ponent van de eenheid een defect vertoont. Na
reparatie van de component moet het noodbe-
drijf worden gereset. Dit is mogelijk vanaf het
gebruikersniveau Beheerder.
Noodmodus terugzetten
Verander in het displayvenster met de knop
Instellingen naar het menuvenster om het nood-
bedrijf terug te zetten. Dan verandert u via de
knop Service en Noodbedrijf naar het submenu.
Zet het noodbedrijf terug met de knop.
Componenten
In het menu Componenten kunnen voor onder-
houdsdoeleinden een of eventueel beide radiaal-
ventilatoren worden gedeactiveerd. Het menu is
beschikbaar op het gebruikersniveau voor
Beheerders.
Deactiveren / activeren radiaalventilator:
7188100021L14 2109V005
Om de de radiaalventilatoren te deactiveren /
activeren verandert u op het displayvenster met
de knop Instellingen naar het menuvenster. Dan
verandert u via de knop Service en Componen-
ten naar het submenu. Via de schuifknop voor
motor boven en onder kan de gewenste motor
worden geactiveerd of uitgeschakeld. Is de motor
actief, dan wordt de schuifknop weergegeven in
blauw.
In de normale modus moeten beide radi-
aalventilatoren geactiveerd zijn.
9.3
Apparaat via het netwerk
controleren
Om het apparaat op de computer te controleren,
moet aan de volgende eisen worden voldaan:
– Apparaat op het netwerk aangesloten
– Actuele software voor controle op computer
geïnstalleerd
Apparaten veilig aansluiten
– De veiligheid en de belangrijke prestatieken-
merken hangen niet af van het netwerk. Het
apparaat is zo ontworpen dat het zelfstandig
zonder netwerk kan worden gebruikt. Een deel
van de functionaliteit staat dan echter niet ter
beschikking.
– Een foutieve manuele configuratie kan leiden
tot aanzienlijke netwerkproblemen. Voor de
configuratie is de knowhow van een netwerk-
beheerder vereist.
– De gegevensverbinding maakt gebruik van een
deel van de bandbreedte van het netwerk.
Wisselwerkingen met andere medische hulp-
middelen kunnen niet volledig worden uitgeslo-
ten. Voor de risicobeoordeling de norm
IEC 80001‑1 toepassen.
– Het apparaat is niet geschikt om direct te wor-
den verbonden met het openbare internet.
Netwerkconfiguratie
Voor de netwerkconfiguratie staan verschillende
opties ter beschikking:
ü Automatische configuratie met DHCP (aanbe-
volen).
ü Automatische configuratie met Auto-IP voor de
directe verbinding van apparaat en computer.
ü Manuele configuratie.
Netwerkinstellingen van het apparaat via de
Software, of wanneer aanwezig, het touch-
screen configureren.
Montage
NL
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave