Inhoudsopgave
Advertenties
5.1
Separatiesysteem
In het separatiesysteem worden de afgezogen vloeistoffen en vaste bestanddelen gescheiden van de
zuiglucht. Het separatiesysteem verloopt in twee fasen. Het omvat een cycloonafscheider en een sepa-
ratieturbine. Het afzuigproces verloopt ononderbroken.
1e fase:
Het aangezogen mengsel bestaande uit vloeistof, vaste bestanddelen en lucht komt via de invoermof
terecht in het apparaat. In de beschermingszeef worden de grove vaste bestanddelen tegengehouden.
Het resterende mengsel stroomt in de cycloonafscheider en wordt daarbij in een spiraalvormige bewe-
ging gebracht. In de 1e fase slingeren de ontstane centrifugaalkrachten de vloeibare en overige vaste
bestanddelen tegen de buitenwand van de separeerkamer van de cycloonafscheider. Daarbij vindt ver-
volgens een "grove separatie" van de vloeistof plaats.
2e fase:
De daarop volgende 2e fase bestaat uit een separatieturbine. In de separatieturbine vindt de "fijne"
separatie plaats, waarbij de resterende vloeistof afgescheiden wordt.
De afvoerpomp in het separatiesysteem voert de vloeistof samen met de daarin aanwezige fijne vaste
bestanddelen via de afvoeraansluiting af naar het centrale rioolstelsel.
5.2
Radiaalventilator
Die van de vloeistof ontdane lucht wordt in de radiaalventilator gezogen. De motor in de radiaalventilato-
ren wordt zo nodig via elektronica geregeld. De afgezogen lucht wordt dan via de afvoerluchtaansluiting
uit het apparaat afgevoerd.
5.3
Indicatielampjes
– Het gele lampje brandt als het apparaat verbonden is met het netwerk.
– Rood lampje brandt bij een aanwezige storing.
– Groen lampje brandt continu als het apparaat gebruiksklaar is.
– Blauw lampje brandt als er een startsignaal is gegeven van de behandelingsunit.
EcoStop:
– Groen lampje knippert. Het apparaat werd uitgeschakeld door de EcoStop-functie. Om het apparaat
in te schakelen, neemt u een zuigslang van het slangophangsysteem of koppelt u het apparaat
eventjes los van het stroomnet.
5.4
Bedrijfsmodi
Bij de Tyscor V/VS 4 staan er drie verschillende bedrijfsmodi ter beschikking die op het touchscreen
kunnen worden ingesteld. Bij gebruik van een monitoring software kan de instelling ook daar gebeuren.
de bedrijfsmodi zijn "Balanced", "Boost" en "Eco". Met de bedrijfsmodi kan de beschikbare voeding
naar het zuigsysteem (plaatsing van leidingen, lengte van de leiding, opbouw van de behandelingsunit
enz.) worden aangepast.
5.5
Quick Start
Met de Quick Start-functie wordt het apparaat gedurende een bepaalde tijd in een stand-by modus
gehouden die indien nodig een snelle beschikbaarheid van de zuigstroom garandeert. Aangezien de
motor in de stand-by modus met een zeer klein toerental ingeschakeld blijft, neemt het energieverbruik
in geringe mate toe.
5.6
Nalooptijd
Het apparaat draait na het inhangen van de zuigslang nog gedurende enkele seconden. Door de naloop
kan nog resterende vloeistof in het zuigsysteem worden verwerkt. Naargelang van de installatie kan de
nalooptijd passend worden aangepast.
7188100021L14 2109V005
Productbeschrijving
15
NL
Advertenties
Inhoudsopgave
