Probleem
De machine drijft niet aan.
De machine trilt abnormaal.
Grasvanger levert minder goede
prestaties.
Tunnel veelvuldig verstopt.
Machine blaast rommel uit.
Het alarm van de sensor van het
opvangsysteem gaat over.
Onregelmatige maaihoogte.
Mogelijke oorzaak
1. De tractieriemen zijn versleten, los of
stuk.
2. De tractieriemen zitten niet op de
poelies.
1. De bevestigingsbouten van de motor
zitten los.
2. De motorpoelie, spanpoelie of
mespoelie zit los.
3. De motorpoelie is beschadigd.
4. Het maaimes (de maaimessen) is (zijn)
verbogen of niet in balans.
5. Een bevestigingsbout van een
maaimes zit los.
6. Mesas verbogen.
1. Laag motortoerental.
2. Tunnel, klep van maaidek verstopt.
3. De grasvanger is vol.
1. De grasvanger is vol.
2. Laag motortoerental.
3. Het gras is te vochtig.
4. Het gras is te lang.
5. De rijsnelheid is te hoog.
1. De grasvanger is vol.
2. De rijsnelheid is te hoog.
3. Het maaidek staat niet horizontaal.
1. De grasvanger is vol.
2. Rommel bedekt de sensor.
1. Maaimes(sen) bot.
2. Maaimes(sen) verbogen of niet in
balans.
3. Het maaidek staat niet horizontaal.
4. Een antiscalpeerwiel is niet correct
afgesteld.
5. De onderkant van het maaidek is vuil.
6. De bandenspanning is niet correct.
7. Mesas verbogen.
47
Remedie
1. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
2. Neem contact op met een erkende
Service Dealer.
1. De bevestigingsbouten van de motor
vastdraaien.
2. Desbetreffende poelie vastzetten.
3. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
4. Nieuwe maaimes(sen) monteren.
5. De bevestigingsbout van het maaimes
vastdraaien.
6. Neem contact op met een erkende
servicedealer.
1. De opvangmodus altijd gebruiken met
de gashendel op Snel.
2. Rommel, bladeren of maaisel uit de
tunnel verwijderen.
3. Grasvanger leegmaken.
1. Grasvanger leegmaken.
2. De opvangmodus altijd gebruiken met
de gashendel op Snel.
3. Gras maaien als het droog is.
4. 1/3 van de lengte van het gras
afmaaien, het maaidek op een lagere
maaistand zetten en nogmaals maaien.
5. Langzamer rijden met de gashendel
op Snel.
1. Grasvanger leegmaken.
2. Langzamer rijden met de gashendel
op Snel.
3. Maaidek horizontaal stellen en in de
correcte schuinstand stellen.
1. Grasvanger leegmaken.
2. Verwijder de grasvanger en reinig de
sensoren met een zachte doek.
1. Mes(sen) slijpen.
2. Nieuwe maaimes(sen) monteren.
3. Maaidek horizontaal stellen en in de
correcte schuinstand stellen.
4. Hoogte van antiscalpeerwiel afstellen.
5. Onderkant van het maaidek
schoonmaken.
6. Banden op juiste spanning brengen.
7. Neem contact op met een erkende
servicedealer.