E. Schuif de tunnel op het tussenstuk van het
maaidek totdat de tunnel vastzit op het frame
van de machine.
Figuur 20
2. Zet de stoel omlaag en ga verder met maaien.
Gebruik in de Recycler
modus
Om het gras goed te maaien en het maaisel fijn te
maken in de maaikast is lucht nodig; zet de maaihoogte
dus niet te laag en zorg ervoor dat de maaikast niet
helemaal door ongemaaid gras omgeven is. Probeer
altijd één zijkant van de machine vrij van ongemaaid
gras te houden, zodat lucht kan worden aangezogen
naar het maaidek. Als u begint te maaien door het
midden van een ongemaaid gebied, moet u langzaam
rijden en achteruit rijden als de machine verstopt raakt.
Om optimale resultaten te waarborgen, moet de
onderkant van de maaikast na iedere maaibeurt worden
gereinigd. Als zich grasresten kunnen ophopen op de
maaikast, kunnen de maairesultaten verslechteren.
Om de beste resultaten met de Recycler
verkrijgen, moet u als volgt te werk gaan.
• Maai regelmatig.
• Zorg steeds voor een sterke luchtstroom door de
maaibanen elkaar te laten overlappen.
• Zet de machine op een hogere maaistand als u hoog
gras gaat maaien.
• Gebruik scherpe maaimessen.
• Rij met een lagere snelheid als u hoog gras maait.
Bestuurdersstoel instellen
U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven.
De positie van de stoel moet zo zijn dat u de machine
het best kunt bedienen en dat u comfortabel zit.
1. Til de stoel op en draai de instelknoppen zover dat
u de stoel kunt bewegen (Figuur 21).
Belangrijk: Zorg ervoor dat de
afstandsstukken op hun plaats blijven
als u de knoppen losdraait om de stoel te
bewegen. Als u de afstandsstukken kwijtraakt,
kan de stoel schade oplopen.
2. Verschuif de stoel in de gewenste positie en draai de
knoppen weer vast.
23
®
®
modus te