1. Oliepeilstok
4. Draai de peilstok helemaal in de vulbuis. Trek
de peilstok uit en controleer het oliepeil op het
uiteinde. Als het oliepeil te laag is, moet u langzaam
net genoeg olie in de vulbuis gieten totdat het peil
precies de VOL-markering op de peilstok bereikt.
Belangrijk: Giet niet te veel olie in het carter;
hierdoor kan de motor worden beschadigd.
Olie verversen
Onderhoudsinterval: Na de eerste 5 bedrijfsuren—De
motorolie verversen.
Om de 50 bedrijfsuren—De
motorolie verversen.
Om de 25 bedrijfsuren—De
motorolie verversen (als de machine
onder zware belasting of bij hoge
omgevingstemperaturen wordt
gebruikt).
1. Start de motor en laat deze warm lopen. Warme olie
kan beter worden afgetapt.
2. Parkeer de machine zo dat de aftapkant iets lager
staat dan de andere kant zodat alle olie kan weglopen.
3. Schakel de aftakas uit en stel de parkeerrem in
werking.
4. Zet de motor af, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand
zijn gekomen voordat u de bestuurderspositie verlaat.
5. Verwijder de motorkap om bij de olieaftapslang te
kunnen komen.
6. Maak de klem van de aftapslang los van het
motordeksel en breng de slang omlaag (Figuur 36).
Figuur 35
2. Metalen deel
1. Olieaftapslang, aan het
motordeksel geklemd
7. Plaats een opvangbak onder de aftapslang. Open de
dop van de olieaftapslang om de olie in de bak te
laten lopen (Figuur 36).
8. Als alle olie weggelopen is, sluit u de dop van de
slang en sluit u de slang aan op het motordeksel
(Figuur 36).
Opmerking: De oude olie afgeven bij een
inzamelcentrum.
9. Vervang het oliefilter indien dit nodig is (Figuur 37).
10. Reinig de omgeving van de peilstok en schroef de
dop los (Figuur 34).
11. Giet ca. 80 % van de gespecificeerde hoeveelheid
olie langzaam in de vulbuis (Figuur 34).
12. Controleer het oliepeil; zie Oliepeil controleren in
Oliepeil controleren (bladz. 30).
13. Giet langzaam olie bij totdat het oliepeil de
VOL-markering bereikt.
Motoroliefilter vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 100
bedrijfsuren—Oliefilter vervangen.
Opmerking: Smeer het oliefilter vaker in stoffige,
vuile omstandigheden.
1. Tap de motorolie af; zie Olie verversen/aftappen.
2. Verwijder het oude filter en veeg de pakking van de
filtertussenstuk (Figuur 37) schoon.
3. Smeer een dun laagje schone olie op de rubberen
pakking van het nieuwe filter (Figuur 37).
31
Figuur 36
2. Dop olieaftapslang