WAARSCHUWING
Een krom of beschadigd mes kan breken en u of
omstanders ernstig letsel toebrengen.
• Vervang altijd een krom of beschadigd mes
door een nieuw mes.
• Vijl of maak nooit scherpe inkepingen in de
snijranden of het oppervlak van het mes.
Maaimessen verwijderen
Een mes moet worden vervangen als u vast voorwerp
heeft geraakt, of als het mes uit balans of krom is. Om
de beste prestaties te verkrijgen en er zeker van te zijn
dat de machine altijd veilig kan worden gebruikt, moet
u ter vervanging uitsluitend originele Toro-messen
gebruiken. Gebruik ter vervanging nooit messen van
andere fabrikanten omdat dit in strijd kan zijn met de
veiligheidsnormen.
Pak het uiteinde van het mes vast met een doek of een
dikke handschoen. Verwijder de mesbout, de klemring,
de mesversteviger en het mes van de spilas (Figuur 49).
Figuur 49
1. Draairichting van rechter
maaimes
2. Rechter maaimes
3. Mesversteviger
4. Klemring
5. Tegendraadse mesbout,
rechter maaimes
De maaimessen slijpen
1. Gebruik een vijl om de snijranden aan beide
uiteinden van het mes te slijpen (Figuur 50). Houd
daarbij de oorspronkelijke hoek in stand. Het mes
blijft in balans als u van beide snijranden dezelfde
hoeveelheid materiaal verwijdert.
6. Bevestigingsrichting,
tegendraadse bout
7. Mesbout, linker maaimes
8. Bevestigingsrichting, bout
met normale draad
9. Linker maaimes
10. Draairichting van linker
maaimes
1. Onder oorspronkelijke hoek slijpen
2. Controleer de balans van het mes met een mesbalans
(Figuur 51). Als het mes horizontaal blijft, is het in
balans en geschikt voor gebruik. Als het mes niet in
balans is, moet u wat metaal afvijlen van het uiteinde
van de vleugel (Figuur 50). Herhaal dit indien nodig
totdat het mes in balans is.
1. Mes
Maaimessen monteren
1. Monteer het mes op de as (Figuur 49).
Belangrijk: Het gebogen deel van het mes moet
naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om
een goede maaikwaliteit te garanderen.
2. Monteer de mesversteviger, de klemring (holle kant
naar het mes toe) en de mesbout (Figuur 49).
3. Draai de mesbout vast met een torsie van 47–88 Nm.
Maaimachine horizontaal
stellen
De maaimessen moeten in dwarsrichting horizontaal
staan. Controleer de horizontale stand van het maaidek
telkens wanneer u het maaidek monteert of wanneer het
maairesultaat onregelmatig is.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak
en schakel de aftakas uit.
2. Zet de schakelhendels in de remstand, schakel
de motor uit, verwijder het contactsleuteltje en
wacht totdat alle bewegende delen tot stilstand zijn
gekomen voordat u de bestuurdersstoel verlaat.
3. Controleer of al vier banden de voorgeschreven
spanning hebben. Indien nodig moet u de banden
oppompen totdat ze de correcte spanning hebben;
controleer alle banden en breng deze op spanning;
39
Figuur 50
Figuur 51
2. Mesbalans