SUPERVISORFUNCTIES
BEHEERDERSFUNCTIES
Gebruik de supervisorbediening om zowel de
maximale transportsnelheid als de maximale
veegsnelheid aan te passen.
TOEGANG TOT DE SUPERVISORMODUS
1. Zet de contactschakelaar op UIT.
2. Houd de Eco-modus-knop ingedrukt, en
terwijl u de Eco-modus-knop ingedrukt houd,
draait en houdt u de contactschakelaar op
AAN.
3. Blijf de Eco-modus-knop ingedrukt en de
contactschakelaar op AAN houden totdat
zowel het indicatielampje van de knop
rechter zijborstel als de knop linker zijborstel
snel knipperen.
S16 9045346 (11-2020)
SUPERVISORFUNCTIES
4. Laat de contactschakelaar en de Eco-
modus-knop los.
NB: Voortbewegen werkt niet wanneer
de machine in de supervisormodus is. Ga
door met het aanbrengen van de nodige
wijzigingen, sla de wijzigingen op en verlaat
de supervisormodus volgens de instructies
in de volgende stappen om de wijzigingen te
voltooien, of zet de contactschakelaar op UIT
om de supervisormodus onmiddellijk te verlaten.
Er worden geen wijzigingen opgeslagen als
de supervisormodus wordt verlaten door de
contactschakelaar op UIT te zetten.
5. Let op het indicatielampje van de Eco-
modus-knop en de indicatielampjes van
beide zijborstels. Het indicatielampje van de
Eco-modus-knop moet branden (continu,
niet knipperend) en het indicatielampje
van de knop linker zijborstel en rechter
zijborstel moeten langzaam knipperen
om aan te geven dat de machine in de
supervisormodus is.
83