Aanwijzingen voor de reiniging van doseerpompen met hygiënekop
DN
DN10
DN15
DN25
DN32
8.4 Reinigen door spoelen
8.4.1 Debiet / doseereenheid spoelen
Debiet
Doseereenheid spoelen
16
Kleinste oppervlak
80 mm
2
83 mm
2
275 mm
2
402 mm
2
WAARSCHUWING!
Gevaar door een gevaarlijke stof!
Mogelijk gevolg: overlijden of zeer ernstig letsel.
Houdt u bij de omgang met gevaarlijke stoffen de
actuele veiligheidsinformatiebladen van de fabri‐
kant van de gevaarlijke stof bij de hand. In het vei‐
ligheidsinformatieblad staan de vereiste maatre‐
gelen vermeld. Aangezien op basis van nieuwe
kennis het gevarenpotentieel van een stof op elk
moment opnieuw kan worden geëvalueerd, moet
het veiligheidsinformatieblad geregeld worden
gecontroleerd en indien nodig worden vervangen.
De exploitant van de installatie moet ervoor zorgen
dat er een actueel veiligheidsinformatieblad
beschikbaar is en dat de daarmee samenhan‐
gende risicobeoordelingen van de desbetreffende
werkplekken worden opgesteld.
Spoel de pomp regelmatig volgens uw reinigingsschema met een
geschikt spoelmedium, met een pompslag van 100%.
Gebruik voor het spoelen van de doseereenheid een geschikte
spoelinrichting.
Tijdens het spoelen moet de doseerpomp werken met een pomp‐
slag van 100%.
Basisvoorwaarde voor een succesvolle CIP-reiniging is een turbu‐
lente stroming met een stromingssnelheid van minimaal 1,5 m/s in
relatie tot de buisdiameter bij de pompinlaat.
Hierbij mag de maximaal toegestane voordruk aan de zuigzijde
niet worden overschreden, zie "Gebruikershandleiding membraan-
motordoseerpomp Sigma" - hoofdstuk "Technische gegevens".
Equivalente doorsnede
8,9 mm
10,3 mm
16,6 mm
22,6 mm