6.8
Software-updates uitvoeren
Ga als volgt te werk om de besturingssoftware van de Condair DL of de firmware van een van de elek-
tronische printplaten bij te werken:
1. De schakelaar <Aan/Uit> aan de rechterkant van de besturingsunit uitschakelen. Schakel de
stroomvoorziening naar de besturingsunit uit via de externe hoofdschakelaar en beveilig de
hoofdschakelaar in de uit-stand tegen onbedoeld inschakelen.
2. Ontgrendel de besturingsunit en verwijder de afdekplaat aan de voorkant.
3. Open de binnenste taatsdeur van de besturingsunit.
4. Steek een met FAT32 geformatteerde USB-geheugenstick met de betreffende updateprogramma"s
voorzichtig in de USB-interface op de stuurprint. Controleer of de gebruikte USB-geheugenstick niet
langer dan 75 mm is.
Opmerking: Om een update van de besturingssoftware te kunnen uitvoeren, moeten de geldige
updatebestand zich op het bovenste niveau buiten een map op de USB-geheugenstick bevinden.
Anders verschijnt bij het uitvoeren van de updatefunctie een overeenkomstige foutmelding.
5. Sluit de binnenste taatsdeur van de besturingsunit. Plaats de afdekplaat aan de voorzijde van de
besturingsunit en vergrendel de plaat met de schroef.
6. Trek de zekering op de externe hoofdschakelaar los en zet de hoofdschakelaar in de aan-stand, om
de stroomvoorziening van de besturingsunit weer in te schakelen.
7. Schakel de schakelaar <Aan/Uit> aan de rechterkant van de besturingsunit in.
8. Druk, wanneer het Home-scherm verschijnt, op de knop <Menu> en voer daarna het wachtwoord
(8808) in.
9. Selecteer de functie "Bijwerken" (pad: "Menu > Wachtwoord: 8808 > Onderhoud > Bijwerken"). Zie
ook
Hoofdstuk
10. Het bevestigingsscherm voor de software-update verschijnt. Druk op de knop <Doorgaan>.
11. Na enkele minuten verschijnt er een informatievenster met informatie over de software-update. Druk
op de knop <Opnieuw starten> om de software-update te starten.
De update start. Tijdens het updaten is het scherm inactief en knippert de led blauw. Na afloop
verschijnt het Home-scherm weer.
LET OP!
Onderbreek een gestarte software-update niet. Wacht totdat de update voltooid is. Bij beschadigde
besturingssoftware kan het zo zijn dat de besturingsunit niet meer in bedrijf kan worden genomen.
Aanwijzing: Als een software-update per ongeluk is onderbroken, werkt de besturingseenheid niet.
De update van de software/firmware kan echter worden voortgezet door de USB-geheugenstick in
de USB-aansluiting van de stuurprint te laten en de besturingsunit uit en opnieuw in te schakelen.
De besturing herkent dat de software/firmware niet correct is geïnstalleerd en start het updaten
automatisch opnieuw.
11. Herhaal de stappen 1 tot en met 3 om de USB-geheugenstick te verwijderen.
13. Sluit de binnenste taatsdeur van de besturingsunit. Plaats de afdekplaat aan de voorzijde van de
besturingsunit en vergrendel de plaat met de schroef.
14. Herhaal de stappen 6 tot en met 7 om de besturingsunit weer in te schakelen.
2603727-B NL 2304
5.3.2.3.
Onderhoud en vervanging van componenten
61