4
Gebruik
Het bevochtigingssysteem Condair DL mag uitsluitend in bedrijf worden genomen door personen die
goed met het bevochtigingssysteem Condair DL bekend zijn en voor dit werk voldoende gekwalificeerd.
De betreffende kwalificatie van het personeel is de verantwoordelijkheid van het management.
4.1
Eerste inbedrijfstelling
De eerste inbedrijfstelling moet altijd door een onderhoudstechnicus van uw Condair-partner of een op-
geleide en voor dit werk geautoriseerde onderhoudstechnicus van de klant worden uitgevoerd. Daarom
wordt hier afgezien van een gedetailleerde beschrijving van de werkzaamheden voor de inbedrijfstelling.
Bij de eerst inbedrijfstelling worden door de onderhoudstechnicus de volgende werkzaamheden in
onderstaande volgorde uitgevoerd:
•
Controleer de correcte montage van de bevochtigingsunit, de besturingsunit en de centrale unit.
•
Controleer de elektrische installatie.
•
Controleer de water-installatie.
•
Spoel de watertoevoerleiding en controleer de waterkwaliteit.
•
Controleer de draairichting van de pomp inclusief de instelling van de pompsnelheid.
•
Controleer of de sproeileidingen aan de juiste sproeikleppen zijn aangesloten en alle verstuivers
correct sproeien.
•
Configureer de besturingsunit en het bevochtigingssysteem Condair DL.
•
Ga proefdraaien.
•
Vul het bericht over de inbedrijfstelling in.
18
Gebruik
2603727-B NL 2304