6.3 Informatiemeldingen
Hieronder vindt u een aantal informatiemeldingen die op het display van de robotmaaier kunnen worden
weergegeven. Neem contact op met een GARDENA-vertegenwoordiger bij u in de buurt als dezelfde melding vaak
verschijnt.
Melding
Oorzaak
Batterij bijna leeg
De robotmaaier kan het laadstation niet vin-
den.
De begeleidingsdraad is gebroken of niet
aangesloten.
De accu is versleten.
De antenne van het laadstation is defect.
Instellingen hersteld
Bevestiging dat de functie
kersinstellingen is uitgevoerd.
Begeleiding niet ge-
De begeleidingsdraad is niet aangesloten op
vonden
het laadstation.
Breuk in de begeleidingsdraad.
De begeleidingsdraad is niet aangesloten op
de begrenzingslus.
Kalibratie begeleiding
De robotmaaier heeft de begeleidingsdraad
mislukt
niet kunnen kalibreren.
Kalibratie begeleiding
De robotmaaier heeft de begeleidingsdraad
voltooid
met succes gekalibreerd.
Lastig terugkeren
De robotmaaier heeft de begrenzingsdraad
naar laadstation
meerdere banen gevolgd, maar heeft het
laadstation niet gevonden.
Maaien beperkt door
De maaitijd wordt beperkt door de Sensor-
SensorControl
Control-functie. De SensorControl past de
maaitijd automatisch aan de groeisnelheid
van het gazon aan.
48 - Problemen oplossen
Actie
Controleer of het laadstation en de begelei-
dingsdraad zijn geïnstalleerd volgens de in-
structies. Zie
aansluiten op pagina 13 .
Lokaliseer de plaats van de breuk en hef de
fout op.
Vervang de accu. Zie
Controleer of het indicatielampje in het laad-
station rood knippert. Zie
het laadstation op pagina 49 .
Reset alle gebrui-
Dat is normaal. Geen actie nodig.
Controleer of de connector van de begelei-
dingsdraad correct is aangesloten op het
laadstation. Zie
leren op pagina 19 .
Lokaliseer de plaats van de breuk. Vervang
het beschadigde deel van de begeleidings-
draad met een nieuwe lusdraad en maak een
las met behulp van een originele koppeling.
Controleer of de begeleidingsdraad correct is
aangesloten op de begrenzingslus. Zie
begeleidingsdraad leggen en aansluiten op
pagina 20 .
Controleer of de begeleidingsdraden volgens
de instructies zijn aangebracht, zie
leidingsdraad installeren op pagina 19 .
Geen actie nodig.
De installatie is niet correct uitgevoerd. Zie
Grensdraad op pagina 14 .
Verkeerde instelling van de doorrijbreedte op
de begrenzingsdraad. Zie
gina 14 .
De maaier werd gestart op een bijgebied met
de instelling van het hoofdgebied.
Dit gedrag is normaal en er hoeft geen actie
te worden ondernomen, tenzij het gazon er
ongemaaid uit ziet. Verhoog dan het intensi-
teitsniveau van de SensorControl of schakel
hem tijdelijk uit.
Het laadstation installeren en
Accu op pagina 42 .
Indicatielampje in
De begeleidingsdraad instal-
De bege-
Grensdraad op pa-
307 - 002 - 11.10.2017
De