Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Grenzen Binnen Het Werkgebied; Doorgangen Tijdens Het Maaien; Hellingen - Gardena SILENO Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor SILENO:
Inhoudsopgave

Advertenties

moet in dat geval minimaal 15 cm hoog zijn. Dat
zorgt ervoor dat de robotmaaier nooit buiten het
maaigebied terecht kan komen.

3.5.3 Grenzen binnen het werkgebied

Gebruik de begrenzingsdraad om gebieden binnen het
werkgebied te isoleren door eilanden te creëren rond
obstakels die niet tegen botsingen kunnen, zoals
bloemperken, struiken en fonteinen. Leg de draad tot en
rond het gebied dat moet worden geïsoleerd en keer
dan terug langs dezelfde route. Als er krammen worden
gebruikt, moet de draad op de terugweg onder dezelfde
kram worden gelegd. Als de begrenzingsdraden naar en
vanaf het eiland dicht bij elkaar worden gelegd, kan de
robotmaaier over de draad rijden.
0 cm / 0"
OPGELET: De begrenzingsdraad mag op het
traject van en naar een eiland niet worden
gekruist.
Obstakels die wel tegen een botsing kunnen, zoals
bomen en struiken hoger dan 15 cm, hoeven niet met de
begrenzingsdraad te worden geïsoleerd. De robotmaaier
keert om wanneer hij tegen een dergelijk obstakel stoot.
Voor een veilige en stille werking is het echter raadzaam
alle vaste voorwerpen in en rond het werkgebied af te
grenzen.
Obstakels met een lichte helling, bijvoorbeeld stenen of
grote bomen met bovengrondse wortels, moeten worden
geïsoleerd of verwijderd. De robotmaaier kan anders op
zulke obstakels glijden, met als gevolg dat de messen
beschadigd raken.
16 - Installatie
min. 15 cm / 6"
3.5.3.1 Bijgebieden
Als het werkgebied uit twee zones bestaat, waarbij het
voor de robotmaaier lastig is om van de ene naar de
andere zone te gaan, kunt u beter een bijgebied
creëren. Voorbeelden hiervan zijn hellingen van 40% of
een doorgang die smaller is dan 60 cm. Leg de
begrenzingsdraad dan rond het bijgebied zodat er een
eiland wordt gevormd buiten het hoofdgebied. De
robotmaaier moet handmatig worden verplaatst tussen
hoofd- en bijgebied wanneer het gras in het bijgebied
moet worden gemaaid.
Bijgebied
Hoofdgebied
Hiervoor moet de bedieningsmodus
gebruikt, omdat de robotmaaier het traject tussen het
bijgebied en het laadstation niet zelfstandig kan
Bedieningsmodus - Start op pagina 38 . In
afleggen. Zie
deze modus zal de robotmaaier nooit op zoek gaan naar
het laadstation, maar doorgaan met maaien totdat de
accu leeg is. Wanneer de accu leeg is, stopt de
robotmaaier en verschijnt de melding
laden op het display. Plaats de robotmaaier in het
laadstation om de accu op te laden. Als het hoofdgebied
meteen na het laden moet worden gemaaid, moet u de
START-knop indrukken en
voordat u de klep sluit.

3.5.3.2 Doorgangen tijdens het maaien

Vermijd lang en smalle doorgangen en zones smaller
dan 1,5-2 meter. Dan bestaat het risico dat de
robotmaaier lang in die doorgang of zone blijft rijden.
Het gazon zal er dan geplet uitzien.

3.5.3.3 Hellingen

De robotmaaier kan op hellingen werken. De maximale
helling wordt gedefinieerd als een percentage (%) en
wordt berekend als het hoogteverschil in centimeters per
meter.
Bijgebied worden
Moet handmatig
Hoofdgebied selecteren
307 - 002 - 11.10.2017

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave