vervolgens elke tweede week een stap verlagen
totdat de gewenste maaihoogte is bereikt.
•
Gebruik een hamer om de krammen in de grond te
tikken. Wees voorzichtig bij het inslaan van de
krammen en zorg dat de draad niet te strak komt te
staan. Vermijd scherpe bochten.
Als u de begrenzingsdraad gaat ingraven:
•
Zorg dat u de begrenzingsdraad minimaal 1 cm en
maximaal 20 cm onder de grond legt. De draad kan
worden ingegraven met behulp van bijvoorbeeld een
kantensteker of een rechte spade.
Let op: Leg extra draad niet opgerold buiten de
begrenzingsdraad. Dit kan de werking van de
robotmaaier verstoren.
3.5.4.1 Oogje voor het aansluiten van de
begeleidingsdraad
Om het aansluiten van de begeleidingsdraad op de
begrenzingsdraad te vergemakkelijken, is het een goed
idee om op het punt waar de begeleidingsdraad later
wordt aangesloten een oogje te maken met behulp van
een extra stuk begrenzingsdraad van ongeveer 20 cm.
Bepaal voordat u begint met het uitleggen van de
begrenzingsdraad waar u de begeleidingsdraad wilt
De begrenzingsdraad leggen op pagina
plaatsen. Zie
17 .
3.5.4.2 De begrenzingsdraad richting het laadstation
leggen
Op het traject naar het laadstation kan de
begrenzingsdraad volledig buiten het laadstation worden
gelegd (zie optie 1 op de afbeelding). Als het
noodzakelijk is om het laadstation gedeeltelijk buiten het
werkgebied te plaatsen, is het ook mogelijk om de draad
onder de laadplaat van het laadstation te leggen (zie
optie 2 op de afbeelding).
18 - Installatie
Voorkom echter dat het grootste deel van het
laadstation buiten het werkgebied wordt geplaatst,
omdat dit het voor de robotmaaier lastig maakt om het
laadstation te vinden (zie afbeelding).
1.
2.
3.5.4.3 De begrenzingsdraad lassen
OPGELET: Een tweeaderige kabel of een
kroonsteentje geïsoleerd met isolatietape levert
geen adequate lassen op. Het vocht in de grond
zorgt ervoor dat de draden gaan oxideren,
waardoor het circuit na een tijdje wordt
onderbroken.
Gebruik een originele koppeling wanneer de
begrenzingsdraad niet lang genoeg is en moet worden
gelast. Die is waterbestendig en garandeert een
betrouwbare elektrische aansluiting.
Steek beide draaduiteinden in de koppeling. Controleer
of de draden volledig in de koppeling zijn gestoken,
zodat de uiteinden zichtbaar zijn door het doorzichtige
deel aan de andere zijde van de koppeling. Duw de
knop boven op de koppeling vervolgens helemaal in.
Gebruik een waterpomptang om de knop op de
koppeling helemaal in te drukken.
3.6 De begrenzingsdraad aansluiten
OPGELET: De begrenzingsdraad mag zichzelf
niet kruisen wanneer deze wordt aangesloten
op het laadstation. Sluit het rechteruiteinde van
307 - 002 - 11.10.2017