Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Algemene Routeplanner Instellingen - Stentec WinGPS 5 Voyager Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor WinGPS 5 Voyager:
Inhoudsopgave

Advertenties

36. Algemene routeplanner instellingen

Bij bestand/eigenschappen/planner kunt u de routeplanner van WinGPS 5 optimaal instellen.
Zie de figuur rechts voor de standaardinstellingen.
De gemiddelde wachttijden van bruggen en
sluizen staan standaard op 5 en 20 minuten.
Met Maximaal toegestane snelheden wordt
de opgegeven vaarsnelheid begrenst op de
maximaal toegestane vaarsnelheid. Een snelle
motorboot wordt dan beperkt op de
binnenwateren maar gaat vol gas op het
IJsselmeer, tenminste in de planning.
Als het vinkje wordt uitgezet is een snelle boot
eerder op bestemming maar wel in overtreding.
De maximum snelheid is aangegeven voor de
belangrijkste vaarwegen van Nederland en
België en geldt alleen in motorbedrijf. Voor
zeilende zeilboten geldt deze beperking niet.
De NAP waterstand (in NAP) bepaalt de
doorvaarthoogte van bruggen in getijwater.
Standaard wordt 1 m getijamplitude
aangehouden. Als u rond hoogwater een vaste
brug met weinig mastspeling wilt passeren is
het noodzakelijk om u via een telefoontje naar
een brugwachter op de hoogte stellen van reële
waterstand. Voor een betere berekening kunt u
ook gebruik maken van de getijdestations in
WinGPS. Vergeet daarbij niet een eventuele
windopstuwing mee te nemen.
Met Prijsinstellingen kunt u de brandstofprijs en gemiddeld bruggeld voor niet op afstand
bediende gemeentelijk bruggen opgeven zodat WinGPS 5 voor u de kosten langs een route
kan bepalen en ook de voordeligste route kan bepalen.
De Windinvloed boven Bft 4 is alleen van toepassing op motorbedrijf bij hoge windsnelheid
en geldt voor zowel open route legs als een netwerkroute.
Bij Openleg Optimalisatie kan het aantal punten van een routeleg worden opgegeven
waarmee deze intern wordt opgedeeld. Hiermee kan de nauwkeurigheid van de open leg
routeoptimalisatie met de Magic Button worden ingesteld (niet op netwerk). Bedenkt dat het
aantal punten tevens het aantal koerswijzigingen is. Het minimum aantal punten op 1
correspondeert op een in-de-windse koers met 1 maal overstag gaan (2 slagen).
Hoe meer punten, hoe trager de rekenroutine wordt. Een goede standaardinstelling voor
lange routelegs is 8 punten. Voor korte routelegs heeft vaak niet meer dan 4 tussenpunten
nodig. Dit rekent sneller. Bij de maximale waarde van 30 tussenpunten moet u mogelijk even
wachten tot de oplossing verschijnt, met name als NLTides aanstaat.
Gebruikershandleiding WinGPS 5 Voyager 2014, © Stentec Software, juni 2014
72

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave