4.5
Aansluiten van de stuursig-
nalen
4.5.1 Kabels
De standaard stuursignaalaansluitingen zijn geschikt voor
flexibele draad tot 1,5 mm
2
mm
.
Fig. 28 Aansluiten van de stuursignalen 003 - 018
Fig. 29 Aansluiten van de stuursignalen 026- 046
22
Besturingsaansluitingen
2
en voor massieve draad tot 2,5
Stuursignalen
Stuursignalen
Fig. 30 Aansluiten van de stuursignalen 060 - 175
LET OP: De afscherming van stuursignaalkabels is
noodzakelijk om te kunnen voldoen aan de niveaus voor
immuniteit, zoals aangegeven in de EMC-richtlijn
(beperkt het stoorniveau).
LET OP: Besturingskabels moeten worden gescheiden
van motor- en voedingsspanningskabels.
4.5.2 Typen stuursignalen
Maak altijd een onderscheid tussen de verschillende typen
signalen. Gebruik, omdat de verschillende typen signalen
elkaar kunnen beïnvloeden, een aparte kabel voor elk type.
Dit is vaak praktischer, omdat bijvoorbeeld de kabel van een
druksensor direct verbonden kan zijn met de FO.
De volgende typen stuursignalen kunnen worden
onderscheiden:
Stuur-
signaln
Emotron AB 01-4428-03r2