Als de "Safe Stop"-toestand wordt gerealiseerd met behulp
van deze twee verschillende methodes, die afzonderlijk
worden geregeld, zorgt dit veiligheidscircuit ervoor dat de
motor niet gaat draaien omdat:
• Het 24 VDC-signaal wordt weggenomen van de ingang
"Inhibit", klemmen 1 en 2, veiligheidsrelais K1 wordt
uitgeschakeld.
De voedingsspanning naar de drivercircuits van de uit-
gangstrappen wordt uitgeschakeld. Hierdoor worden de
triggerpulsen naar de uitgangstrappen geblokkeerd.
• De triggerpulsen vanaf de controlprint worden
uitgeschakeld.
Het Enable-signaal wordt bewaakt door het regelcircuit,
dat de informatie doorgeeft aan het PWM-gedeelte van
de controlprint.
Om zeker te stellen dat veiligheidsrelais K1 is uigeschakeld,
moet dit extern worden beveiligd om er zeker van te zijn dat
dit relais niet heeft geweigerd. De SafeStop-optieprint
beschikt over een feedbacksignaal hiervoor via een tweede,
geforceerd geschakeld veiligheidsrelais K2, dat wordt
ingeschakeld als een detectiecircuit heeft bevestigd dat de
voedingsspanning naar de drivercircuits is uitgeschakeld. Zie
Tabel 32 voor de contactaansluitingen.
Voor het bewaken van de "Enable"-functie kan de keuze
"RUN" op een digitale uitgang worden gebruikt. Voor het
instellen van een digitale uitgang, bijv. klem 20 in het
voorbeeld Fig. 122 kunt u kijken in sectie 11.5.4, pagina
130 [540].
Als de "Inhibit"-ingang wordt gedeactiveerd, geeft de FO-
display een knipperende "SST"-indicatie weer in sectie D
(linksonder) en gaat de rode trip-LED op het bedienpaneel
knipperen.
Om de normale werking te hervatten, moet het volgende
worden gedaan:
• "Inhibit"-ingang vrijgeven; 24 VDC (hoog) naar
klemmen 1 en 2.
• Een STOP-signaal geven aan de FO volgens het
ingestelde Run/Stop-signaal in menu [215].
• Een Run-commando geven volgens het ingestelde Run/
Stop-signaal in menu [215].
LET OP: De methode voor het genereren van een STOP-
commando is afhankelijk van de gemaakte keuzes in
Startsignaal Niveau/Flank [21A] en het gebruik van een
afzonderlijke Stop-ingang via digitale ingang.
WAARSCHUWING: De safe stop-functie mag
nooit worden gebruikt voor elektrische
onderhoudswerkzaamheden. Voor
elektrische onderhoudswerkzaamheden
moet de FO altijd worden afgekoppeld van de
netspanning.
164
Opties
Fig. 120 Aansluiting van safe stop-optie in bouwgrootte B enC.
Fig. 121 Aansluiting van safe stop-optie in bouwgrootte E en
groter
.
6
5
4
3
2
1
Emotron AB 01-4428-03r2