Tabel 24
Preset
Preset
Preset
Ctrl3
Ctrl2
Ctrl1
0
0
0
1)
0
0
1
1)
0
1
0
0
1
1
1)
1
0
0
1
0
1
1
1
0
1
1
1
1)
= gekozen als slechts één vooraf ingestelde referentie actief
is
1 = actieve ingang
0 = niet-actieve ingang
LET OP: Als alleen Preset Ctrl3 actief is, kan Preset Ref
4 worden gekozen. Als Preset Ctrl2 en Preset Ctrl3
actief zijn, kunnen Preset Ref 2, Preset Ref 4 en Preset
Ref 6 worden gekozen.
Toetsen Referentie mode [369]
Dit menu bepaald hoe de referentie in menu [310] wordt
gewijzigd..
369 Tts Ref mode
A
Stp
Standaard:
Normaal
De referentiewaarde wordt gewijzigd als
een normale parameter (de nieuwe
waarde wordt pas actief, nadat er, na een
Normaal
0
wijziging, op de Enter toets is gedrukt,)
De Acc Tijd MotPot [333] en Dec Tijd Mot-
Pot [334] zijn geldig.
De referentiewaarde wordt gewijzigd
volgens de Motorpotentiometer functie.
(de nieuwe waarde wordt direct actief
MotorPot
1
door het indrukken van de + en – toetsen)
De Acc Tijd MotPot [333] en Dec Tijd
MotPot [334] zijn geldig.
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Emotron AB 01-4428-03r2
Uitgangstoerental
Analoge referentie zoals
geprogrammeerd
Preset Ref 1
Preset Ref 2
Preset Ref 3
Preset Ref 4
Preset Ref 5
Preset Ref 6
Preset Ref 7
Normaal
43139
169/43
UInt
UInt
LET OP: Indien de MotPot functie wordt gebruikt, zijn de
acceleratie- en deceleratietijden volgens Acc Tijd
MotPot [333] en Dec Tijd MotPot [334] geldig. De
werkelijke tijden worden begrensd door de Acc Tijd
[331] en Dec Tijd [332].
11.3.8 PID-processturing [380]
De PID regelaar wordt gebruikt om een extern proces te
sturen via een feedbacksignaal. De referentiewaarde kan
worden ingesteld via de analoge ingang AnIn1, op het bedi-
enpaneel [310] met behulp van een vooraf ingestelde refer-
entie of via seriële communicatie. Het feedbacksignaal
(actuele waarde) moet worden aangesloten op een analoge
ingang die is ingesteld voor de functie Proceswaarde.
PID-regeling proces [381]
Deze functie schakelt de PID-regelaar in en definieert de
reactie op een veranderd feedbacksignaal.
381 PID Regeling
A
Stp
Standaard:
Uit
Uit
0
PID-regeling gedeactiveerd.
De toerental neemt toe naarmate de
Aan
1
feedbackwaarde afneemt. PID-instellingen
volgens menu's [382] tot en met [385].
De toerental neemt af als de
Omkeren
2
feedbackwaarde afneemt. PID-instellingen
volgens menu's [382] tot en met [385].
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
PID P Versterking [383]
Stelt de P-versterking voor de PID-regelaar in.
383 PID P Verst
A
Stp
Standaard:
1.0
Instelbereik:
0.0–30.0
Communicatie-informatie
Modbus-instancenr./DeviceNet-nr.:
Profibus-positie/index
Veldbusformaat
Modbus-formaat
Uit
43154
169/58
UInt
UInt
1.0
43156
169/60
Lang, 1=0.1
EInt
Functiebeschrijving
101