11.36
Kettingspanning instellen
Waarschuwing
Gevaar voor ongevallen Een verkeerde kettingspanning beschadigt componenten en leidt tot ongevallen.
Als de ketting te strak gespannen is, sluiten de ketting, het ketting-aandrijfwiel, het kettingwiel alsmede
transmissie- en achterwiellagers sneller. Sommige componenten kunnen bij overbelasting scheuren of
breken.
Als de ketting te los is, kan de ketting van het ketting-aandrijfwiel of van het kettingwiel vallen. Hierdoor
blokkeert het achterwiel of wordt de motor beschadigd.
–
Controleer de kettingspanning regelmatig.
–
Stel de kettingspanning in zoals voorgeschreven.
SERVICEWERKZAAMHEDEN CHASSIS 11
Hoofdwerk
–
Ketting aan het einde van het onderste glijblok omhoog trek-
ken en de kettingspanning
Voorgeschreven waarde
Het onderste deel van de ketting
nen zijn.
Info
Kettingen slijten niet altijd gelijkmatig, daarom moet
V01662-10
de meting op verschillende plekken van de ketting wor-
den herhaald.
Kettingspanning
»
Als de kettingspanning niet overeenkomt met de voorge-
schreven waarde:
–
Kettingspanning instellen. (
Nawerk
–
Motorfiets van hefbok nemen. (
Voorwerk
–
Motorfiets met hefbok opkrikken. (
–
Kettingspanning controleren. (
A
bepalen.
1
moet daarbij gespan-
55 ... 58 mm
pag. 71)
pag. 48)
pag. 48)
pag. 70)
71