Controlelamp
onderhoudsbeurt
Wagens met een dieselmotor
De controlelamp gaat branden
als onderhoud nodig is of er een
overmatige hoeveelheid
roetdeeltjes of drab in de olie aanwezig
is. Laat de motorolie zo spoedig mogelijk
verversen.
Uw dealer schakelt de controlelamp
onderhoudsbeurt uit nadat hij de
onderhoudsbeurt heeft uitgevoerd.
Controlelamp schakeling
De controlelamp brandt
gedurende een korte periode
om aan te geven dat schakelen
naar een hogere versnelling zuiniger is en
zorgt voor een lagere CO2-uitstoot. De
controlelamp brandt niet tijdens perioden
van hoge acceleraties, remmen of
intrappen van het koppelingspedaal.
Controlelamp
stabiliteitsregeling (ESP) en
tractieregeling
N.B.: Wanneer het ESP systeem of het
tractieregelsysteem een storing vertoont,
schakelt het betreffende systeem
automatisch uit.
De controlelamp gaat branden
als een van de systemen is
geactiveerd. Wanneer de lamp
niet knippert of tijdens het rijden gaat
branden, duidt dit op een storing. Laat het
systeem onmiddellijk door een
geschoolde monteur controleren.
Wanneer u het ESP uitschakelt, gaat de
controlelamp branden. De lamp gaat uit
wanneer u het systeem weer inschakelt
of wanneer u het contact afzet.
Instrumenten
Controlelamp water in
brandstof
Wagens met een dieselmotor
brandstoffilter. Tap het water onmiddellijk
af. Zie Water in brandstoffilter
aftappen (bladzijde 135).
AKOESTISCHE
WAARSCHUWINGSSIGNALEN
EN -INDICATIES
Waarschuwing portier open
De gong voor geopend portier klinkt
wanneer u het contact aanzet en nog niet
alle deuren, de motorkap of de achterklep
goed zijn gesloten.
Informatiecentrum
Zie Persoonlijke instellingen
(bladzijde 62).
56
De controlelamp gaat branden
ingeval van overmatige
hoeveelheden water in het