Wanneer de controlelamp van
het remsysteem tijdens het
rijden gaat branden, duidt dit op
een storing in één van beide remcircuits.
Controleer het remvloeistofniveau. Zie
Controle vloeistofpeil koppeling
en remsysteem (bladzijde 134).
WAARSCHUWING
Laat deze storing onmiddellijk
controleren.
Als de controlelamp remsysteem samen
met de ABS-controlelamp gaat branden,
dan duidt dit op een storing. Breng de
wagen zo snel mogelijk tot stilstand
wanneer dit veilig kan en laat deze storing
controleren voordat u uw reis hervat.
Controlelamp automatische
snelheidsregeling
De controlelamp gaat branden
wanneer u een snelheid heeft
ingesteld met behulp van de
E71340
snelheidsregeling. Zie Gebruik maken
van snelheidsregeling (cruise
control) (bladzijde 102).
Richtingaanwijzer
Knippert bij ingeschakelde
richtingaanwijzers. Een
plotselinge toename van de
knipperfrequentie duidt op een defecte
gloeilamp. Zie Gloeilampen
vervangen (bladzijde 37).
Controlelamp portier niet goed
gesloten
De controlelamp gaat branden
wanneer u de wagen op
contact heeft gezet en de
portieren, de motorkap of de achterklep
niet goed zijn gesloten.
Instrumenten
Controlelampen motor
Controlelamp motorstoring
Controlelamp aandrijflijn
Alle modelvarianten
Als een van deze lampen gaat branden
bij een draaiende motor, dan duidt dit op
een storing. De motor blijft draaien maar
levert wellicht minder vermogen. Wanneer
deze tijdens het rijden knippert, minder
dan onmiddellijk snelheid. Blijft de
lamp knipperen, vermijd dan snel
optrekken en krachtig afremmen. Laat
het systeem onmiddellijk door een
geschoolde monteur controleren.
Als beide lampen samen gaan branden,
breng de wagen dan zo snel
mogelijk tot stilstand wanneer dit
veilig kan. Doet u dit niet, dan kan dit
leiden tot verminderd vermogen en
afslaan van de motor. Zet de wagen van
contact en probeer de motor te starten.
Laat het systeem onmiddellijk door een
geschoolde monteur controleren als de
motor kan worden gestart. Als de motor
niet start, moet de wagen worden
gecontroleerd alvorens de rit kan worden
voortgezet.
Controlelamp mistlampen,
vóór
54
WAARSCHUWING
Laat deze storing onmiddellijk
controleren.
De controlelamp gaat branden
wanneer u de mistlampen, vóór
inschakelt.