Controlelamp voorgloeien
Zie Een dieselmotor
starten (bladzijde 83).
Controlelamp koplampen
De controlelamp gaat branden
wanneer u het dimlicht van de
koplamp, de zijlichten of de
achterlichten inschakelt.
Controlelamp regeling voor
bergop rijden
Onder het rijden brandt deze
lamp tijdens activering van het
E95339
systeem. Als de wagen op
contact is gezet en de controlelamp niet
gaat branden, dan geeft dit aan dat het
systeem is gedeactiveerd. Uw dealer kan
het systeem heractiveren. Tijdens een
storing wordt het systeem uitgeschakeld
en brandt de controlelamp niet onder het
rijden.
Controlelamp laadstroom
Alle modelvarianten
Als de controlelamp brandt
onder het rijden, dan duidt dit
op een storing. Schakel alle
onnodige stroomverbruikers uit. Laat het
systeem onmiddellijk door een
geschoolde monteur controleren.
Controlelamp laag
brandstofniveau
Wanneer deze lamp brandt, ga
dan zo spoedig mogelijk tanken.
De pijl naast het symbool van de pomp
duidt aan aan welke zijde zich de klep van
de brandstofvulopening bevindt.
Instrumenten
Controlelamp grootlicht
wanneer u een lichtsignaal geeft.
Berichtenindicator
informatiedisplay. Zie Infoberichten
(bladzijde 59).
Controlelamp oliedruk
Hervat uw reis niet wanneer de
controlelamp oliedruk gaat branden
terwijl het oliepeil correct is. Laat het
systeem onmiddellijk door een
geschoolde monteur controleren.
storing. Breng de wagen tot stilstand
zodra dit veilig kan en zet de motor af.
Controleer het motoroliepeil. Zie
Motorolie controleren (bladzijde 133).
Controlelamp mistachterlicht
55
De controlelamp gaat branden
wanneer u het grootlicht
inschakelt. De lamp knippert
De controlelamp gaat branden
wanneer een nieuw bericht is
opgeslagen in de
LET OP
Wanneer de lamp na het starten
blijft branden of tijdens het rijden
gaat branden, duidt dit op een
De controlelamp gaat branden
wanneer u de mistachterlichten
inschakelt.