8.2.4 Speciale uitvoeringen
Neem voor positionering en inbouw van speciale uitvoeringen contact
op met de planner, het bouwbedrijf of de gebruiker.
8.2.5 Isolatie
SISTO Armaturen adviseert om de afdichtpunten op de dekselverbin-
ding vrij toegankelijk en zichtbaar te houden.
8.3 Montagevoorschrift
AANWIJZING
• De afdichtingsvlakken van de aansluitflenzen
moeten schoon en onbeschadigd zijn.
• De afdichtingen van de aansluitvlakken moeten
goed gecentreerd zijn.
• Er mogen alleen verbindings- en afdichtings-
elementen worden gebruikt die zijn gemaakt van
toegestane materialen.
AANWIJZING
• Afsluiters met een bekleding van zacht elastomeer
kunnen vanwege hun materiaaleigenschappen
zonder extra afdichting worden gebruikt. Voor-
waarde hiervoor is dat er tegenflenzen worden
gebruikt, die aan dezelfde regels onderworpen
zijn als de afsluiters.
• Voor de flensverbinding moeten alle flensgaten
worden gebruikt die hiervoor zijn voorzien.
Haal de bouten met geschikt gereedschap gelijkmatig en kruislings aan
tot de toegestane aanhaalmomenten van de flensverbinding volgens
de specificaties van de fabrikant van de afdichting.
8.4 Inbedrijfname/buitenbedrijfstelling
(zie ook de opmerkingen in hoofdstuk 8.2 Inbouw)
8.4.1 Algemeen
Voorafgaand aan de inbedrijfname moeten de materiaal-, druk- en
temperatuurspecificaties van de afsluiters worden vergeleken met de
bedrijfsomstandigheden van het leidingsysteem, om de materiaalbe-
stendigheid en -belastbaarheid te controleren.
LET OP
Eventuele drukstoten mogen de maximaal toege-
stane druk niet overschrijden. De gebruiker dient
beschermingsmaatregelen te treffen.
Bij nieuwe installaties en vooral na reparaties moet het leidingsysteem
worden doorgespoeld met de afsluiters volledig open, zodat vaste
stoffen resp. lasparels die schadelijk zijn voor de afsluiters, worden
verwijderd.
Bij reiniging van het leidingsysteem zijn de gebruikte middelen en
processen de verantwoordelijkheid van de uitvoerder.
VOORZICHTIG
Letselgevaar!
Beluchten of ontluchten door losdraaien, bijv. van de
flensverbinding van het deksel, is gevaarlijk en daa-
rom niet toegestaan. Om schade aan het afsluiter-
materiaal of de afdichtverbindingen te voorkomen,
moeten de gebruikelijke start- en stopsnelheden in
acht worden genomen.
8.4.2 Buitenbedrijfstelling
Tijdens langere perioden van stilstand moeten de volgende punten
gewaarborgd worden:
1. Media die door concentratie, polymerisatie, kristallisatie, stolling en
dergelijke van toestand kunnen veranderen, uit het leidingsysteem
aftappen.
2. Indien noodzakelijk het complete leidingsysteem doorspoelen met
volledig geopende afsluiters.
26
8.5 Onderhoud
8.5.1 Veiligheidsvoorschriften
De gebruiker dient ervoor te zorgen dat alle onderhouds-, inspectie-
en montagewerkzaamheden worden uitgevoerd door geautoriseerd
en gekwalificeerd vakpersoneel Het vakpersoneel moet de gebruik-
saanwijzing/montagehandleiding voor incomplete machines hebben
gelezen en begrepen.
Bij alle onderhouds-, inspectie- en reparatiewerkzaamheden aan de
afsluiters moeten de volgende veiligheidsvoorschriften en de veilig-
heidsvoorschriften in hoofdstuk 2 worden opgevolgd.
Gebruik ook bij optredende noodsituaties altijd uitsluitend geschikte
reservedelen en gereedschappen.
GEVAAR
Letselgevaar door onder druk staande afsluiter!
Letselgevaar door verbrandingen!
Bij het openen van afsluiters onder druk is er sprake
van levensgevaar!
Bij alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
aan de afsluiter moet de afsluiter en het omliggende
systeem drukloos zijn.
Dit omvat o.a. de volgende werkstappen:
• voordat de aansluitflens naar de leiding wordt
losgemaakt
• voordat het deksel [160.1] wordt losgemaakt.
Afsluiter vervolgens zo ver laten afkoelen dat de
verdampingstemperatuur van het medium in alle
met het medium in contact komende ruimten on-
derschreden wordt en verbranding uitgesloten is.
GEVAAR
Media die een gevaar voor de gezondheid opleve-
ren of gevaarlijk zijn!
Als giftige of licht ontvlambare media of media
waarvan de resten door de luchtvochtigheid cor-
rosieschade veroorzaken, zijn getransporteerd,
moet de afsluiter worden geleegd en doorgespoeld
resp. belucht.
Draag zo nodig persoonlijke beschermingsmid-
delen!
Vanwege de inbouwpositie moet de resterende vloeistof in de afsluiters
worden opgevangen en afgevoerd.
Vóór eventueel transport moeten de afsluiters zorgvuldig worden
doorgespoeld en geleegd.
Neem bij vragen contact op met de fabrikant.
8.5.2 Onderhoud
AANWIJZING
De gebruiker is verantwoordelijk voor het vaststellen
van de gewenste controle- en onderhoudsinterval-
len afhankelijk van het gebruik van de afsluiters.
Door het opstellen van een onderhoudsschema kunnen met minimale
onderhoudskosten dure reparaties worden voorkomen en kan een
storingsvrije en betrouwbare werking van de afsluiter worden bereikt.
AANWIJZING
• Bij terugslagkleppen SISTO-RSK/-RSKS is de
klep [746] het sterkst belaste onderdeel.
• Naast de mechanische belasting wordt de klep
[746] blootgesteld aan slijtage door het doorstro-
ommedium.
Wij adviseren de klep [746], afhankelijk van de
gebruiksomstandigheden en de gebruiksfrequen-
tie, te onderwerpen aan een individueel vast te
leggen, periodieke controle en deze indien nodig
te vervangen.