Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vervanging Van Aandrijfmembranen Bij Pneumatische Membraanaandrijving (Type Lad); Aanhaalmomenten (Nm) Voor Pneumatische Membraanaandrijving (Type Lad) - SISTO 10 Gebruiksaanwijzing

Inhoudsopgave

Advertenties

7.10 Vervanging aandrijfmembranen bij pneumatische membraanaandrijving (type LAD)
WAARSCHUWING
Letselgevaar door voorgespannen veren!
Aandrijvingen „veiligheidsstand gesloten" (SF) en aandrijvingen „veiligheidsstand open" (OF) zijn uitgerust met voorgespannen
veren! Er bestaat levensgevaar door de zich ontspannende veerenergie!
Aandrijving (type LAD)
„veiligheidsstand gesloten" (SF)
1. Ontlucht de aandrijving en koppel deze los
van het persluchtnet.
2. Draai een moer [920.3] los en vervang de
zeskantbout [901.2] door een trekanker.
Het trekanker moet van sterkteklasse 8.8 zijn
en minstens 300 mm lang zijn. Draai de moer
[920.3] op het trekanker tot aan de aanslag
vast.
3. Herhaal stap 2 bij tegenoverliggende mo-
eren [920.3] totdat minstens 4 zeskantbouten
[901.2] zijn vervangen door trekankers.
Als de aandrijving meer dan 8 zeskantbouten
[901.2] heeft, vervangt u de helft door tre-
kankers.
4. Draai de resterende moeren [920.3] rond
de aandrijvingspot los van de zeskantbouten
[901.2].
5. Draai de moeren [920.5] van de zuigerstang
[209] af.
6. Draai de moeren [920.3] op de trekankers
gelijkmatig los tot de veer [950.1] ontspannen
is.
7. Verwijder het bovenste deel van de aandrij-
vingspot [151.2].
8. Schroef de koppeling [840] (geborgd met
„Loctite 243") met de zuigerstang [209] los
van de spindel [200].
9. Neem de bovenste membraanschotel [550]
af.
10. Vervang de defecte aandrijvingsmembra-
nen [443.4].
11. Het in elkaar zetten geschiedt in omgekeer-
de volgorde.
12. Sluit de aandrijving aan op het persluchtnet.
Opmerking:
Bij bevestiging van de koppeling [840] resp. zuigerstang [209] op de spindel [200] erop letten dat de verbinding weer met „Loctite 243" wordt
geborgd en dat de schroefgaten van het membraan [443] gelijkliggen met de schroefgaten van het onderste deel van de aandrijvingspot [151.1].
Het aandrijvingsmembraan [443.4] moet daarbij kreukvrij zijn. De spindel [200] is in het drukstuk [553] door een tweevlak beveiligd tegen draaien.
AANWIJZING
• De moeren [920.5] beperken de sluitkracht en moeten zodanig worden ingesteld dat de afsluiter bij de bijbehorende
bedrijfsdruk dicht is.
• Als bij de functiecontrole in de leiding bij het onder druk brengen van de afsluiter de moeren [920.5] tegen het bovenste deel
van de aandrijvingspot [151.2] liggen, brengt u de aandrijving in de open stand en schroeft u de moeren [920.5] ca. 1/2 slag
uit de zuigerstang [209].
• Borg vervolgens de moeren [920.5] weer, terwijl u de onderste moer [920.5] vasthoudt.

7.11 Aanhaalmomenten (Nm) voor pneumatische membraanaandrijving (type LAD)

Aanhaalmomenten (Nm) van de verbindingsbouten van het bovenste en onderste deel van de aandrijving (alleen geldig voor temperatuurbereik
van de afsluiter tussen +5 °C en +40 °C).
Aandrijvingsmembranen [443.4] tussen bovenste deel van pot [151.2] en onderste deel van pot [151.1]
21
Aandrijving (type LAD)
„veiligheidsstand open" (OF)
1. Ontlucht de aandrijving en koppel deze los
van het persluchtnet.
2. Draai een moer [920.3] los en vervang de
zeskantbout [901.2] door een trekanker.
Het trekanker moet van sterkteklasse 8.8
zijn en minstens 300 mm lang zijn. Draai
de moer [920.3] op het trekanker tot aan de
aanslag vast.
3. Herhaal stap 2 bij tegenoverliggende mo-
eren [920.3] totdat minstens 4 zeskantbou-
ten [901.2] zijn vervangen door trekankers.
Als de aandrijving meer dan 8 zeskant-
bouten [901.2] heeft, vervangt u de helft
door trekankers.
4. Draai de resterende moeren [920.3] rond
de aandrijvingspot los van de zeskantbou-
ten [901.2].
5. Schroef de zuigerstang [209] (bevestigd met
„Loctite 243") met behulp van de geborgde
moer [920.5] los van de spindel [200].
6. Draai de moeren [920.3] op het trekanker
gelijkmatig los tot de veer [950.1] ontspan-
nen is.
7. Verwijder het bovenste deel van de aandri-
jvingspot [151.2].
8. Neem de bovenste membraanschotel [550]
af.
9. Vervang de defecte aandrijvingsmembranen
[443.4].
10. Het in elkaar zetten geschiedt in omge-
keerde volgorde.
11. Sluit de aandrijving aan op het perslucht-
net.
Aandrijving (type LAD)
„dubbelwerkende" aandrijving (AZ)
1. Ontlucht de aandrijving en koppel deze los
van het persluchtnet.
2. Draai alle moeren [920.3] van het bovenste
deel van de aandrijvingspot [151.2] af.
3. Schroef de zuigerstang [209] (bevestigd met
„Loctite 243") met behulp van de geborgde
moer [920.5] los van de spindel [200].
4. Neem de bovenste membraanschotel [550]
af.
5. Vervang de defecte aandrijvingsmembra-
nen [443.4].
6. Het in elkaar zetten geschiedt in omgekeer-
de volgorde.
7. Sluit de aandrijving aan op het persluchtnet.
Grootte
100
150
220
10
12
15

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

10s10m16rgamaxx16rga16twa16hwa ... Toon alles

Inhoudsopgave