Inhoudsopgave
Advertenties
AANWIJZING
Het membraan [443] kan worden gecontroleerd
door het bovenste deel van het huis te verwijderen.
Zie „Vervanging van het membraan" in hoofdstuk
6.6/6.7
.
De veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 2 en 6.5.1 moeten worden
opgevolgd.
Alle onderdelen van de afsluiters zijn vrijwel onderhoudsvrij gecon-
strueerd. De materialen van de glijdende delen zijn zo gekozen dat
slijtage tot een minimum beperkt blijft.
Verlenging van de levensduur van de afsluiter kan door de volgende
maatregelen worden bereikt:
▪ De werking controleren door minimaal een- tot tweemaal per jaar
de afsluiter te openen en te sluiten.
• De bewegende delen smeren met gestandaardiseerde smeermid-
delen volgens DIN 51825, conform het toepassingsgebied van de
afsluiters.
6.6 Membraanvervanging uitvoering met vrije door-
laat (SISTO-KB/-KBS)
1. Breng de afsluiter met het handwiel in de gesloten stand om de-
montage van het membraan te vergemakkelijken.
2. Draai de bouten [901.1] resp. moeren [920.1] los en verwijder het
bovenste deel.
3. Schroef het membraan [443] linksom uit het drukstuk [553].
4. Let bij inbouw van het vervangende membraan op de materiaalaan-
duiding op het membraan [443].
AANWIJZING
Ontdoe na demontage alle onderdelen van veront-
reinigingen. Schade aan de onderdelen moet daarbij
worden voorkomen. Controleer de onderdelen op
beschadiging en vervang ze indien nodig.
Ga als volgt te werk om het nieuwe membraan in te bouwen:
5. De steunvlakken van het membraan [443] in het huis [100] en in
de kap [165] moeten schoon en droog zijn.
6. Draai het handwiel [961] rechtsom tot het bovenste deel in de
gesloten stand staat. Draai niet verder!
7. Verwijder een eventueel aanwezige bescherming van het bevesti-
gingstapeinde van het membraan [443].
8. Schroef het membraan [443] tot aan de aanslag in het drukstuk
[553]. Niet verder inschroeven om overbelasting van het membraan
[443] te voorkomen!
9. Draai voor een correcte uitlijning het membraan [443] maximaal
180° terug.
10. Draai het handwiel [961] linksom en zet het zo ver in de open stand,
tot het membraan [443] tegen de kap [165] aan ligt. Draai niet
verder!
11. Plaats de kap [165] op het huis [100] en draai de bevestigingsbou-
ten [901.1] resp. de zeskantmoeren [920.1] van de kap handvast
aan. Draai vervolgens het handwiel één slag linksom.
12. Draai de kapbouten gelijkmatig kruislings vast volgens de tabel met
aanhaalmomenten.
De vereiste aanhaalmomenten staan beschreven in hoofdstuk 6.9.
LET OP
Draai de kapbouten niet vast wanneer het sy-
steem onder druk staat of bij hogere temperaturen
(> +40 °C).
LET OP
Als het membraan niet ver genoeg in het drukstuk
wordt geschroefd, werkt de sluitkracht direct op de
membraanbout en niet op het drukstuk. Dit leidt tot
beschadiging en voortijdige uitval van het membraan
en lekkage van de afsluiter.
Als het membraan te ver wordt ingeschroefd, is er
geen perfecte afdichting meer op de klepzitting.
De werking van de afsluiter wordt dan niet meer
gegarandeerd.
11
6.7 Membraanvervanging uitvoering met verbin-
dingsstuk (SISTO-10/-16/-20)
1. Draai de zeskantbouten [901.1] resp. moeren [920.1] los en verwijder
het bovenste deel.
2. Draai het handwiel [961] rechtsom tot het bovenste deel in de ge-
sloten stand staat. Draai niet verder!
3. Schroef het membraan [443] linksom uit het drukstuk [553] en de
ontlastingsmoer [915].
4. Neem bij inbouw van het vervangende membraan de materiaalaan-
duiding op het membraan [443] in acht.
AANWIJZING
Ontdoe na demontage alle onderdelen van veront-
reinigingen. Schade aan de onderdelen moet daarbij
worden voorkomen. Controleer de onderdelen op
beschadiging en vervang ze indien nodig.
Ga als volgt te werk om het nieuwe membraan in te bouwen:
5. De steunvlakken van het membraan [443] in het huis [100] en in
de kap [165] moeten schoon en droog zijn.
6. Draai het handwiel [961] rechtsom tot het bovenste deel in de
gesloten stand staat. Draai niet verder!
7. Bij afsluiters met steunspiraal [951]:
Leg de steunspiraal [951] in de kap [165]. De laatste wikkeling van
de steunspiraal [951] moet voorbij de afdichtingslip liggen en mag
niet eindigen op een verbindingsstuk van het drukstuk [553].
8. Verwijder een eventueel aanwezige bescherming van het bevesti-
gingstapeinde van het membraan [443].
9. Schroef het membraan [443] tot aan de aanslag in het drukstuk [553]
in de ontlastingsmoer [915]. Niet verder inschroeven om overbela-
sting van het membraan [443] te voorkomen!
10. Draai voor een correcte uitlijning het membraan [443] maximaal
180° terug.
11. Draai het handwiel [961] linksom en zet het zo ver in de open stand,
tot het membraan [443] tegen de kap [165] aan ligt. Draai niet
verder!
12. Zorg ervoor dat de centreernok van het membraan overeenkomt
met de „holte" in het afsluiterhuis [100] (niet relevant voor MD 40
en SISTO-10/-10S).
13. Er moet voor worden gezorgd dat de afdichtingslip van het mem-
braan [443] haaks op de stromingsrichting staat wanneer het
membraan op het huis [100] wordt geplaatst.
14. Plaats de kap [165] op het huis [100] en draai de bevestigingsbouten
[901.1] resp. de zeskantmoeren [920.1] van de kap handvast aan.
15. Draai de kapbouten gelijkmatig kruislings vast volgens de tabel met
aanhaalmomenten.
De vereiste aanhaalmomenten staan beschreven in hoofdstuk 6.9.
LET OP
Draai de kapbouten niet vast wanneer het sy-
steem onder druk staat of bij hogere temperaturen
(> +40 °C).
AANWIJZING
Bij membranen [443] met de aanduiding
„MD 40" en een bevestigingsnop aan de achterkant
worden deze met de nop in het drukstuk [553]
gedrukt.
Door tegelijkertijd aan één kant te trekken en te
draaien, kan het membraan [443] gemakkelijk van
het drukstuk [553] worden losgemaakt.
AANWIJZING
De metalen steunring die wordt gebruikt bij meerde-
lige membranen (TFM/EPDM) moet zodanig worden
uitgelijnd, dat de gegroefde voorkant van deze ring
op de achterkant van het kunststof membraan rust.
Hierdoor wijst de smallere voorkant van de ring naar
de kapflens van het bovenste deel.
Advertenties
Inhoudsopgave
