GEVAAR
Letselgevaar door onder druk staande afsluiter!
Letselgevaar door verbrandingen!
Bij het openen van afsluiters onder druk is er sprake
van levensgevaar!
Bij alle onderhouds- en reparatiewerkzaamheden
aan de afsluiter moet de afsluiter en het omliggende
systeem drukloos zijn.
Dit omvat o.a. de volgende werkstappen:
• voordat de aansluitflens naar de leiding wordt
losgemaakt
• voordat de kap [165] wordt losgemaakt
• voordat afsluitpluggen en ontluchtingsstoppen
worden losgemaakt
• voordat een vastgeschroefde aandrijving wordt
gedemonteerd.
Afsluiter vervolgens zo ver laten afkoelen dat de
verdampingstemperatuur van het medium in alle
met het medium in contact komende ruimten on-
derschreden wordt en verbranding uitgesloten is.
GEVAAR
Media die een gevaar voor de gezondheid opleve-
ren of gevaarlijk zijn!
Als giftige of licht ontvlambare media of media
waarvan de resten door de luchtvochtigheid cor-
rosieschade veroorzaken, zijn getransporteerd,
moet de afsluiter worden geleegd en doorgespoeld
resp. belucht.
Draag zo nodig persoonlijke beschermingsmid-
delen!
Op basis van de inbouwpositie moet eventueel de in de afsluiters
achtergebleven
restvloeistof worden opgevangen en afgevoerd.
Vóór eventueel transport moeten de afsluiters zorgvuldig worden
doorgespoeld en geleegd.
Bij aangedreven afsluiters moet daarnaast het volgende in acht
worden genomen:
WAARSCHUWING
Letselgevaar door elektrische spanning!
Als door een externe energiebron gevoede aandri-
jvingen (elektrisch, pneumatisch) uit de afsluiters
moeten worden uitgebouwd of gedemonteerd, moet
de externe energiebron voorafgaand de werkzaam-
heden worden uitgeschakeld.
Neem de informatie in hoofdstuk 2 en 7.6.1 en de bij
de aandrijving horende gebruiksaanwijzing in acht.
WAARSCHUWING
Letselgevaar door voorgespannen veren!
Aandrijvingen met geïntegreerde veerbelaste
accumulator bevatten voorgespannen veren.
Demontage mag alleen worden uitgevoerd onder
voorzorgsmaatregelen en met behulp van de hier-
voor bestemde spaninrichtingen.
Er bestaat levensgevaar door de zich ontspannende
veerenergie!
Neem bij vragen contact op met de fabrikant.
7.6.2 Onderhoud
AANWIJZING
Het verdient aanbevelingen om de aandrijvingen
periodiek op lekkage en werking te controleren.
De gebruiker is verantwoordelijk voor het vaststellen
van de gewenste controle- en onderhoudsinterval-
len afhankelijk van het gebruik van de afsluiters en
de pneumatische aandrijvingen.
Door het opstellen van een onderhoudsschema kunnen met minimale
onderhoudskosten dure reparaties worden voorkomen en kan een
storingsvrije en betrouwbare werking van de afsluiter worden bereikt.
19
AANWIJZING
• Bij elke membraanafsluiter is het membraan [443]
het sterkst belaste onderdeel.
• Naast de mechanische belasting wordt het
membraan [443] blootgesteld aan slijtage door
het doorstroommedium.
Wij adviseren het membraan [443] afhankelijk
van de gebruiksomstandigheden en de gebruiks-
frequentie aan een individueel vast te leggen,
periodieke controle te onderwerpen en het indien
nodig te vervangen.
• Het membraan [443] kan worden gecontroleerd
door het bovenste deel van het huis te verwi-
jderen. Zie „Vervanging van het membraan" in
hoofdstuk 7.7/7.8.
De veiligheidsvoorschriften in hoofdstuk 2 en 7.6.1 moeten worden
opgevolgd.
Alle onderdelen van de afsluiters zijn vrijwel onderhoudsvrij gecon-
strueerd. De materialen van de glijdende delen zijn zo gekozen dat
slijtage tot een minimum beperkt blijft.
Verlenging van de levensduur van de afsluiter kan door de volgende
maatregelen worden bereikt:
▪ De werking controleren door de afsluiter elk jaar minimaal een- tot
tweemaal te openen en te sluiten.
• De bewegende delen smeren met gestandaardiseerde smeermid-
delen volgens DIN 51825, conform het toepassingsgebied van de
afsluiters.
7.7 Membraanvervanging uitvoering met vrije door-
laat (SISTO-KB/-KBS) met pneumatische aandri-
jving (type LAD/type LAP)
Het bovenste deel van de afsluiter kan alleen samen met de aandrijving
worden gedemonteerd.
1. Breng het bovenste deel in de gesloten stand:
• Aandrijving „veiligheidsstand gesloten" (SF) aandrijving drukloos
maken.
• Aandrijving „veiligheidsstand open" (OF) en „dubbelwerkende"
aandrijvingen (AZ) bovenste stuurluchtaansluiting op de aandrijving
van perslucht voorzien.
2. Zeskantbouten [901.1] resp. tapeind [902.1] en moeren [920.1]
losdraaien en het bovenste deel met de aandrijving demonteren.
3. Schroef het membraan [443] linksom uit het drukstuk [553].
4. Bij inbouw van het vervangende membraan moet de materiaal--
aanduiding op het membraan [443] in acht worden genomen.
AANWIJZING
Ontdoe na demontage alle onderdelen van veront-
reinigingen. Schade aan de onderdelen moet daarbij
worden voorkomen. Controleer de onderdelen op
beschadiging en vervang ze indien nodig.
Ga als volgt te werk om het nieuwe membraan in te bouwen:
5. De steunvlakken van het membraan [443] in het huis [100] en in
de kap [165] moeten schoon en droog zijn.
6. Breng het bovenste deel in de gesloten stand:
• Aandrijving „veiligheidsstand gesloten" (SF) aandrijving drukloos
maken.
• Aandrijving „veiligheidsstand open" (OF) en „dubbelwerkende"
aandrijvingen (AZ) bovenste stuurluchtaansluiting op de aandrijving
van perslucht voorzien.
7. Verwijder een eventueel aanwezige bescherming van het bevesti-
gingstapeinde van het membraan [443].
8. Schroef het membraan [443] tot aan de aanslag in het drukstuk
[553]. Niet verder inschroeven om overbelasting van het membraan
[443] te voorkomen!
9. Draai voor een correcte uitlijning het membraan [443] maximaal
180° terug.
10. Voor de montage van de kap [165] moet het bovenste deel in de
gesloten stand blijven (zoals beschreven in punt 6).
11. Plaats de kap [165] op het huis [100] en draai de bevestigingsbouten
[901.1] resp. de zeskantmoeren [920.1] van de kap handvast aan.