6. Draai het contactsleuteltje op START om de startmotor
in werking te stellen. Laat het sleuteltje los zodra de
motor start.
Opmerking: Als de startmotor niet aanslaat, beweegt u de
schakelhendels iets naar voren of naar achteren om de
neutraalstand te vinden.
Belangrijk
Stel de startmotor telkens niet langer dan 10
seconden in werking. Als de motor niet wil starten, moet u
na elke poging de motor 30 seconden laten afkoelen. Indien
u deze instructies niet opvolgt, kan de startmotor
doorbranden.
7. Zodra de motor start, zet u de choke langzaam op UIT
(Fig. 9). Als de motor afslaat of hapert, zet u de choke
weer gedurende een paar seconden op AAN. Zet
vervolgens de gashendel in de gewenste stand. Herhaal
dit indien nodig.
1
2
m–5269
Figuur 8
1. Aftakas-UIT
2. Aftakas-AAN
1
2
Figuur 10
1. SNEL
2. LANGZAAM
Motor afzetten
1. Zet de gashendel op LANGZAAM (Fig. 10).
2. De parkeerrem in werking stellen.
3. Draai het contactsleuteltje op UIT (Fig. 11).
Opmerking: Als de motor zwaar belast is geweest of heet
is, moet u deze nog een minuut laten draaien voordat u het
contactsleuteltje op UIT draait. De motor kan dan afkoelen
voordat die wordt afgezet. In een noodgeval kan de motor
direct worden afgezet door het contactsleuteltje op UIT te
draaien.
4. Alvorens de maaimachine te transporteren of te stallen,
5. Sluit de brandstofkraan op het frontpaneel voordat u de
Belangrijk
gesloten voordat u de machine transporteert of stalt omdat
er benzine kan lekken uit de machine.
2
Bediening van de aftakas
1
Met de aftakas schakelt u de aandrijving naar de
werktuigkoppeling (mesbladen) aan of uit.
m–2719
Aftakas inschakelen
Figuur 9
1. Als de motor loopt, zet u de schakelhendels in de
1. Choke –
AAN
2. Choke –
2. Om te voorkomen dat de motor afslaat bij een zware
UIT
3. Zet de aftakasschakelaar op AAN (Fig. 12).
1
2
3
m–2718
Figuur 11
1. UIT
1. Aan-Ingeschakeld
2. Lopen
3. Starten
Aftakas uitschakelen
1. Druk de aftakasschakelaar in. Hierdoor zet u de
16
moet u de bougiekabel losmaken van de bougie(s) om te
voorkomen dat de machine per ongelijk wordt gestart.
machine transporteert of stalt.
Zorg ervoor dat de brandstofkraan is
neutraalstand om de machine tot stilstand te brengen.
lading moet u de gashendel op SNEL zetten.
Figuur 12
schakelaar in de UIT-stand en schakelt u de aftakas uit
(Fig. 12).
2
1
m–5269
2. Uit-Uitgeschakeld