Achteruitrijden
1. Zet de parkeerrem vrij; zie Parkeerrem in werking
stellen, blz. 15.
2. Om achteruit te rijden, trekt u de schakelhendels naar
achteren (Fig. 13).
Om in een rechte lijn te rijden, moet u beide schakelhendels
ven ver bewegen (Fig. 13).
Om te draaien, beweegt u de schakelhendel naar de
neutraalstand, in de richting waarin u wilt draaien (Fig. 13).
Om langzamer rijden of te stoppen, zet u beide
schakelhendels in de neutraalstand.
De machine stoppen
Om de machine te stoppen, moet u de schakelhendels in de
neutraalstand zetten, de aftakas uitschakelen en het
contactsleuteltje op UIT draaien. Als u de machine
onbeheerd laat, moet u tevens de parkeerrem in werking
stellen; zie Parkeerrem in werking stellen, blz. 15. Denk
erom dat u het sleuteltje uit het contact haalt.
Voorzichtig
Kinderen of omstanders kunnen letsel oplopen als
zij de tractor verplaatsen of proberen te bedienen
terwijl deze onbeheerd staat.
Verwijder altijd het contactsleuteltje en het
KeyChoice-sleuteltje en stel de parkeerrem in
werking wanneer u de machine onbeheerd laat,
ook al is het slechts voor een paar minuten.
Bestuurdersstoel instellen
U kunt de stoel naar voren en naar achteren verschuiven.
De positie van de stoel moet zo zijn dat u de machine het
best kunt bedienen en dat u comfortabel zit.
1. Om de stoel in te stellen, verwijdert u de borgmoer en
de ring en kantelt u de stoel naar voren (Fig. 14).
1
2
3
Figuur 14
1. Borgmoer
2. Ring
2. Draai de bevestigingsbouten van de stoel los, schuif de
stoel in de gewenste positie in de stelgleuven en draai
de bevestigingsbouten vast (Fig. 15).
3. Laat de stoel neer en zet deze vast met de ring en de
borgmoer (Fig. 14).
2
Figuur 15
1. Afstelgleuf
18
m–3767
3. Onderste deel van stoel
1
m–3280
2. Bevestigingsbout