De maaihoogte gelijk stellen
U moet de maaihoogte controleren en corrigeren alvorens
het maaidek de correcte schuinstand te geven en
horizontaal te stellen.
1. Controleer de spanning van de banden van het maaidek
en de tractie-eenheid.
2. Zet de machine op een maaihoogte van 63-mm
overeenkomstig de maaihoogtesticker.
3. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak en zet
een mes in de lengterichting (Fig. 47). Meet bij A de
afstand tussen een horizontaal oppervlak en de snijrand
van de messen (Fig. 48).
4. De afstand moet 63 mm zijn. Draai de messen rond en
doe hetzelfde bij het tegenoverliggende mes.
Voorkant
A
Figuur 47
AFSTAND TUSSEN SNIJRAND EN HORIZONTAAL
OPPERVLAK
Figuur 48
5. Als de afstand niet correct is, moet u ringen verwijderen
van of toevoegen aan de maaihoogtebeugels. Breng het
gat in de beugel op gelijke hoogte met de sticker en de
gemeten maaihoogte (Fig. 33).
Opmerking: Denk erom dat u ringen toevoegt aan of
verwijdert van alle vier maaihoogtebeugels.
Schuinstand van de
maaimachine (lengterichting)
controleren
U moet de maaihoogte controleren en corrigeren alvorens
de schuinstand van het maaidek in te stellen.
A
M–4852
M–4852
32
1. Controleer de spanning van de banden van het maaidek
en de tractie-eenheid.
2. Zet een mes in de lengterichting (Fig. 49). Meet bij C
en D (Fig. 49) de afstand tussen een horizontaal
oppervlak en de snijrand van de messen (Fig. 50).
3. De voorkant C" van het maaimes moet 6–9,5 mm
lager staan dan de achterkant"D". Draai de messen
rond en doe hetzelfde bij het tegenoverliggende mes.
Als dit niet correct is, gaat u verder naar Schuinstand
wijzigen.
Voorkant
C
D
Figuur 49
AFSTAND TUSSEN SNIJRAND EN HORIZONTAAL
OPPERVLAK
Figuur 50
Schuinstand van het maaidek
wijzigen
U kunt de schuinstand van het maaidek wijzigen door
ringen te verwijderen van of toe te voegen aan de
maaihoogtebeugels
1. Controleer de spanning van de banden van het maaidek
en de tractie-eenheid.
2. Om de schuinstand te wijzigen, verwijdert u de R-pen
en verplaatst u een gelijk aantal ringen op de voorste en
achterste maaihoogtebeugels.
3. Om het maaidek hoger te zetten, moet u ringen
toevoegen aan de maaihoogtebeugels.
4. Om het maaidek lager te zetten, moet u ringen
verwijderen van de maaihoogtebeugels.
5. Controleer de schuinstand.
C
D
M–4852
M–4852