Roosters van de hopper
reinigen
Om het maaisel optimaal te verzamelen, moet de lucht zo
goed mogelijk door de hopper stromen. Ten behoeve van
een maximale luchtstroom moeten de roosters van de
hopper schoon worden gehouden.
1. Om de roosters van de hopper te reinigen, moet u het
maaisel uit de hopper storten.
2. Open de klep, verwijder de knoppen boven op de
voorkant van de hopper en schuif de schermen uit de
achterkant van de hopper (Fig. 94).
3. Reinig het rooster door dit met de hand af te borstelen,
schoon blazen met perslucht of af te spoelen met een
straal water.
4. Plaats de roosters terug en zet ze vast met de knoppen
(Fig. 94). Sluit en vergrendel de klep van de hopper.
1
Figuur 94
1. Knop
2
m–3546
2. Rooster
51
VOL-sensor van de hopper
reinigen
De VOL-sensor van de hopper, rechtsboven aan de
binnenkant van de hopper, registreert een lichtbundel van
de zender naar de ontvanger. Als de bundel wordt
geblokkeerd, klinkt de zoemer van de sensor. Als de lenzen
zijn bedekt met maaisel of rommel, bestaat de kans dat de
zoemer ten onrechte overgaat om aan te geven dat de
hopper vol is en moet worden leeggemaakt.
Opmerking: De VOL-sensor kan in twee verschillende
standen worden gemonteerd in de hopper. Als de sensor in
de lage stand wordt gemonteerd, gaat het VOL-alarm
eerder over en wordt voorkomen dat de afvoeropening en
de ventilator verstopt raken.
1. Om de VOL-sensor te reinigen, moet u het maaisel uit
de hopper storten.
2. Open de klep van de hopper en reinig de lenzen van de
zender en de ontvanger met een zachte doek of een
tissue (Fig. 95).
3. Om te controleren of de VOL-sensor goed werkt, draait
u het contactsleuteltje op AAN en schakelt u de aftakas
in, zonder evenwel de motor te starten. Plaats een stevig
stuk karton voor de zender om de lichtbundel te
blokkeren (Fig. 95). De alarmzoemer moet nu klinken.
Opmerking: Controleer de werking van de sensor niet
door uw hand voor de zender te houden. Hierdoor ontstaat
de kans dat de lichtbundel tussen uw vingers door of langs
uw hand gaat, met als gevolg dat de sensor niet op correcte
wijze wordt geactiveerd.
1
Figuur 95
1. Zender
2. Ontvanger
Opmerking: Zorg ervoor dat de kabel tussen de ontvanger
en de zender strak staat. Er kans zich rommel vasthechten
aan de kabel waardoor het VOL-alarm ten onrechte
overgaat.
2
3
m–3549
3. Kabel