Hydraulisch filter vervangen
Hydraulisch filter vervangen
Na de eerste 8 bedrijfsuren
Om de 200 bedrijfsuren
1. Plaats de machine op een horizontaal oppervlak, zet de
motor af en verwijder het sleuteltje uit het contact.
Belangrijk
Gebruik ter vervanging geen filter voor
motorolie omdat dit ernstige schade aan het hydraulische
systeem kan veroorzaken.
2. Verwijder de dop van het hydraulische systeem en
bedek de opening tijdelijk met een plastic zak en een
elastiekje om te voorkomen dat alle hydraulische
vloeistof naar buiten stroomt.
3. Plaats een opvangbak onder het filter. Verwijder het
oude filter en veeg de pakking van het filtertussenstuk
schoon (Fig. 81).
Figuur 81
1. Hydraulische filter
4. Smeer een dun laagje hydraulische vloeistof op de
rubberen pakking van het nieuwe filter (Fig. 82).
5. Monteer een nieuw hydraulisch filter op het
filtertussenstuk. Niet te vast aandraaien.
6. Verwijder de plastic zak van de opening in de tank en
laat het filter vollopen met hydraulische vloeistof.
7. Als het filter overloopt, draait u het rechtsom totdat de
rubberen pakking contact maakt met het
filtertussenstuk. Draai het filter vervolgens nog een
halve slag (Fig. 82).
8. Neem gemorste vloeistof op.
9. Als het reservoir leeg is, moet u dit bijvullen met
vloeistof tot ongeveer 6 mm onder de bovenkant van
het keerschot.
10. Start de motor en laat deze ongeveer 15 minuten lopen
om lucht uit het systeem te verwijderen Zet de motor af
en controleer op olielekkages. Als een of beide wielen
niet willen draaien, zie Hydraulisch systeem ontluchten,
blz. 44.
11. Controleer nogmaals het peil als de vloeistof wam is.
Indien nodig vloeistof bijvullen totdat het peil de
bovenkant van de beschermplaat bereikt. Vul niet
teveel vloeistof bij.
1. Hydraulische filter
2. Pakking
Hydraulisch systeem ontluchten
1
Het tractiesysteem ontlucht zichzelf, maar het kan
noodzakelijk zijn het systeem te ontluchten als de vloeistof
wordt ververst of nadat er werkzaamheden zijn verricht aan
het systeem.
m–5284
1. Krik de voorkant van de machine omhoog totdat de
wielen vrij van de grond komen en plaats de machine
op kriksteunen.
2. Start de motor en laat deze stationair lopen. Schakel de
tractie aan een kant in en draai het wiel met de hand
rond.
3. Als het wiel uit zichzelf begint te draaien, moet u dit
ingeschakeld houden totdat het wiel soepel draait
(minimaal 2 minuten).
4. Controleer het peil van de hydraulische vloeistof als dit
daalt, en giet indien nodig vloeistof bij om het correcte
peil te handhaven.
5. Herhaal deze procedure bij het andere wiel.
44
1
3
2
Figuur 82
3. Tussenstuk
m–1256