Platen van opvanginrichting en
afvoer monteren
Als u het maaisel niet wilt fijn maken, maar opzakken,
moet u de platen verwijderen en vervangen.
1. Kantel het maaidek in verticale positie; zie Maaidek
kantelen, blz. 19.
2. Verwijder de schroeven, ringen en de mulchplaat van
het maaidek (Fig. 36).
Opmerking: Monteer de tapbouten weer aan het maaidek
ten behoeve van de montage van de mulchplaat en met het
oog op de veiligheid.
3. Plaats de linker- en rechterplaat van de
opvanginrichting aan de binnenkant van het maaidek en
zet ze vast met de schroeven in de bevestigingsmoeren
(Fig. 38).
4. Plaats de linker- en rechterplaat van de afvoer aan de
binnenkant van het maaidek. Zet ze vast met schroeven
en ringen door de bodem en de rijtuigbouten aan de
binnenkant van de achteruitvoer van het maaidek. Zet
de rijtuigbouten vast met de borgmoeren (Fig. 38).
Belangrijk
Alle platen van de opvanginrichting en de
afvoer moeten op hun plaats zitten als het maaisel wordt
opgezakt.
2
4
5
Figuur 38
1. Plaat van
opvanginrichting
2. Bevestigingsmoer
3. Tapbout
7
1
3
6
m–5272
4. Afvoerplaat
5. Rijtuigschroef
6. Borgmoer
7. Ring
Gebruik met opvanginrichting
Als de maaimachine wordt gebruikt wanneer de platen van
de opvanginrichting zijn gemonteerd, moet u de drijfriem
van de ventilator uitschakelen.
1. Zet de motor af, verwijder het sleuteltje en maak de
bougiekabels(s) los van de bougie(s).
2. Zorg ervoor dat de riem om de spanpoelie en de poelies
van de ventilator en de aftakas zit.
3. Duw de veerbelaste hulp-pitmanarm omhoog, achter de
ventilator op de linkerkant van het maaidek, om de
spanning op de gaffelpen te verminderen (Fig. 39).
4. Verwijder de R-pen en de gaffelpen uit de gleuf in het
frame en laat het tussenwiel neer om de riem te spannen
(Fig. 39).
5. Monteer de R-pen en de gaffelpen in het buitenste gat
van de hulp-pitmanarm als u de machine stalt (Fig. 39).
4
Figuur 39
1. Hulp-pitmanarm
2. Gleuf in frame
26
2
3
1
m–3548
3. Gaffelpen
4. R-pen