Onderhoud
Maaimessen controleren
1.
Controleer de snijkanten (fig. 56). Als de kanten
niet scherp zijn of knikken vertonen, de messen
verwijderen en slijpen. Zie Slijpen van de
maaimessen op pagina 52.
2.
Controleer de messen, met name het gebogen
deel (fig. 56). Bij beschadiging, slijtage of een
gevormde sleuf op dit deel (pos. 3 in fig. 56),
direct een nieuw mes monteren.
Figuur 56
1. Snijkant
2. Gebogen deel
50
1
2
3
m–151
3. Slijtage/gevormde sleuf
Op verbogen messen controleren
1.
Draai de messen totdat de uiteinden naar voren
en naar achteren wijzen (fig. 57). Meet vanaf een
horizontaal oppervlak tot aan de snijkanten van
de messen (fig. 58). Noteer de afstand.
2.
Draai de tegenoverstelde uiteinden van de
messen naar voren. Meet vanaf een horizontaal
oppervlak tot aan de snijkanten van de messen
op dezelfde positie als in stap 1 hierboven. Het
verschil tussen de afstanden gemeten in stap 1
en 2 mag niet meer dan 3 mm bedragen. Als het
verschil groter dan 3 mm is, is het mes verbogen
en moet het worden vervangen. Zie Maaimessen
verwijderen en Maaimessen monteren,
pagina 51.
Figuur 57
Figuur 58
m–3372
m–3372