Controleren van de bougie
Controleer de bougie(s) na elke 200 bedrijfsuren.
Controleer of de afstand tussen de midden- en
zij-elektrode correct is voordat u de bougie monteert.
Gebruik een bougiesleutel om bougies te verwijderen
en te monteren en een voelermaat om de
elektrodenafstand te meten en af te stellen. Indien
nodig nieuwe bougie(s) monteren.
Type: Champion RC12YC ( of gelijkwaardig)
Elektrodenafstand: 0,76 mm
Bougie
(s) verwijderen
1.
Aftakas uitschakelen, parkeerrem in werking
stellen en contactsleutel in de stand "OFF"
draaien om de motor te stoppen. Sleutel uit
contactslot verwijderen.
2.
Trek de kabels(s) van de bougie(s) af (fig. 26).
Maak de omgeving van de bougie(s) schoon, om
te voorkomen dat vuil in de motor terecht komt
en schade veroorzaakt.
3.
Verwijder de bougie(s) en metalen pakkingring.
2
Figuur 26
1. Bougiekabel
1
m–3218
2. Bougie
Bougie controleren
1.
Controleer het midden van de bougie(s) (fig. 27).
Als de isolator lichtbruin of grijs is, functioneert
de motor naar behoren. Een zwarte afzetting op
de isolator duidt meestal op een vervuild
luchtfilter.
Belangrijk: Bougie(s) nooit schoonmaken.
Bougie(s) altijd vervangen bij zwarte
afzetting, versleten elektroden,
oliesporen of scheurtjes.
2.
Controleer de afstand tussen de midden- en
zij-elektrode (fig. 27). De zij-elektrode buigen
(fig. 27) als de elektrodenafstand niet correct is.
2
1
Figuur 27
1. Isolator middenelektrode
2. Zij-elektrode
Bougie
(s) monteren
1.
Monteer de bougies en pakkingringen.
Controleer of de elektrodenafstand correct is
afgesteld.
2.
De bougies aandraaien met 27 N m.
3.
Druk de kabel(s) op de bougie(s) (fig. 26).
Onderhoud
3
0,76 mm
m–3215
3. Elektrodenafstand
(niet op schaal)
33