Zekeringen
Onderhoudsinterval/Specificatie
De elektrische installatie is beveiligd door middel van
zekeringen. Deze behoeven geen onderhoud. Als er
een zekering is doorgebrand, moet het onderdeel en
de bedrading op kortsluiting worden gecontroleerd.
Zekering:Hoofdzekering F1–30 A, steekzekering
Dynamo F2–25 A, steekzekering
Veiligheidssysteem en koppeling F3–15 A,
steekzekering
1.
Verwijder de schroeven van het dashboardpaneel
voor toegang tot de zekeringhouder (fig. 52).
2.
Om een zekering te vervangen, de zekering eruit
trekken (fig. 52).
3
2
1
Figuur 52
1. Hoofdzekering - 30 A
2. Dynamo - 25 A
4
m–3223
3. Veiligheidssysteem en
koppeling - 15 A
4. Schroef
Accu
Controleer het zuurpeil van de accu elke 8 uur. Houd
de accu altijd schoon en volledig geladen. Gebruik
een tissue om de accubak schoon te maken. Als de
accupolen geoxydeerd zijn, deze schoonmaken met
een oplossing van vier delen water en één deel
zuiveringszout. Breng een laagje zuurvrij vet
(vaseline) op de accupolen aan om oxydatie te
voorkomen.
Spanning: 12 V, 380 A (koude start)
Zuurpeil controleren
1.
Stop de motor. Open de celdoppen om in de
cellen te kijken. Het accuzuur moet tot aan de
onderkant van de celbuis staan (fig. 53). Het
zuurpeil mag niet tot onder de platen zakken
(fig. 53).
2.
Als het zuurpeil te laag is, voegt u de benodigde
hoeveelheid gedestilleerd water toe, zie Accu
bijvullen met water, pagina 47.
2
Figuur 53
1. Vuldoppen
2. Onderkant van celbuis
Accu bijvullen met water
Het beste moment om de accu met water bij te vullen
is net voordat u de tractor gebruikt. Het water wordt
dan goed vermengd met de zuuroplossing.
1.
Maak de bovenkant van de accu met een tissue
schoon.
2.
Verwijder de celdoppen (fig. 53).
Onderhoud
1
3
1262
3. Platen
47