Koelsystemen reinigen
Vóór elk gebruik het rooster van de koeling
controleren/reinigen. Verzameld gras, vuil of andere
verontreiniging van het rooster van de oliekoeler en
de luchtinlaat van de motor verwijderen. Elke 100 uur
oliekoeler en koelribben van cilinder en cilinderkop
van de motor reinigen. Tevens rond carburateur,
regelhefbomen en overbrenging schoonmaken. Dit
verzekert een goede koeling van de
hydrauliekpompen, -motoren en motor en vermindert
de kans op oververhitting en mechanische schade van
de motor.
1.
Om het koelrooster te verwijderen, de onderste
bouten verwijderen en bovenste bouten
losdraaien. Rooster omlaag en naar achteren
schuiven, waarna oliekoeler bereikbaar is
(fig. 39). Alle bevestigingsmaterialen goed
bewaren.
2.
Koelribben van oliekoeler en deel tussen
koelribben en rooster schoonblazen met
perslucht. Als het deel tussen koelribben en
rooster helemaal dicht zit, de oliekoeler
verwijderen.
3.
Luchtinlaat van motor reinigen (fig. 39).
4.
Rooster vanaf achterzijde monteren en over
oliekoeler heen tillen. Vastzetten met eerder
verwijderde bouten (fig. 39).
3
1
Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ
Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ
Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ Ñ
2
4
Figuur 39
1. Rooster van oliekoeler
2. Onderste bouten
Bandenspanning
Houd de voor- en achterbanden op de voorgeschreven
spanning. Controleer de bandenspanning via het
ventiel na elke 50 bedrijfsuren of elke maand, waarbij
de kortste periode moet worden aangehouden
(fig. 40). De bandenspanning kan het best bij koude
banden worden gecontroleerd.
Bandenspanning: 12 psi (83 kPa) aandrijfwielen en
zwenkwielen.
Figuur 40
1. Ventiel
Onderhoud
3
2
m–3296
3. Bovenste bouten
4. Luchtinlaat van motor
1
m–1872
39