Onderhoud
Bussen van zwenkwielvork
vervangen
De zwenkwielvorken zijn gemonteerd in bussen die
in de boven- en onderkant van de ophangbuizen van
het draagframe zijn geperst. Om de bussen te
controleren, de zwenkwielvorken naar voren en naar
achteren en zijwaarts bewegen. Als een
zwenkwielvork los zit, zijn de bussen versleten en
moeten die worden vervangen.
1.
Til de maaier in verticale stand.
2.
Verwijder de borgring en drukring(en) van de
bovenkant van de zwenkwielvork (fig. 34).
3.
Trek de zwenkwielvork uit de ophangbuis, laat
de ring en drukringen aan de onderkant van de
vork zitten. Onthoud de plaats van de drukringen
op elke vork om een goede montage en een vlak
maaidek te verzekeren.
1
3
4
5
Figuur 34
1. Borgring
2. Drukring (4)
3. Ophangbuis van
draagframe
36
2
2
4. Vulring
5. Zwenkwielvork
4.
Steek een drevel in de ophangbuis en tik de
bussen er voorzichtig uit (fig. 35). De
binnenkant van de ophangbuis schoonmaken.
5.
De binnen- en buitenkant van de nieuwe bussen
invetten. Gebruik een hamer en vlakke plaat om
de bussen voorzichtig in de ophangbuis te tikken
(fig. 35).
6.
Controleer het zwenkwiel op slijtage. Indien
nodig vervangen (fig. 34).
7.
Schuif de zwenkwielvork door de bussen in de
ophangbuis. De drukring(en) op de vork
terugplaatsen en vastzetten met de pen (fig. 34).
Belangrijk: De binnendiameter van de bussen
kan na montage iets ingedrukt zijn.
Als de zwenkwielvork niet in de
nieuwe bussen kan worden
geschoven, moeten beide bussen tot
een binnendiameter van 28,6 mm
worden geruimd.
8.
De smeernippel aan de ophangbuis van het
draagframe smeren met universeelvet nr. 2
lithiumverzeept of molybdeenvet.
2
1
2
Figuur 35
1. Ophangbuis van
draagframe
2. Bus