Inhoudsopgave
Advertenties
3.3.5
Draaien op een door de
operator ingestelde
snelheid
Bij bepaalde opdrachten bepaalt de
operator de verwerkingssnelheid. Druk om
te beginnen de toets "START" in. De inhoud
van de eerste envelop wordt op het
opvangplateau met een sensor (= klein
gaatje in het midden van de bak, zie fig.
3.4) aangeboden.
Iedere keer dat de inhoud van het
opvangplateau wordt gepakt (dit activeert
de sensor) zal de inhoud van een volgende
envelop worden aangeboden.
Opmerking: indien de inhoud niet precies boven de sensor valt, dan moet de inhoud op
het moment dat deze van het opvangplateau wordt gepakt, over de fotocel heen worden
gehaald.
3.3.6
Continu met een vooraf ingestelde snelheid draaien
Druk om te beginnen de toets "START" in. De machine zal de inhoud continu met een
bepaalde, vooraf ingestelde snelheid aan de operator aanbieden.
3.3.7
De snelheid veranderen
De gekozen snelheid kan worden veranderd
terwijl de machine draait. Om de snelheid
te veranderen moet u diverse keren op de
toets "+" (sneller) of "-" (langzamer)
drukken. Indien u de toets éénmaal
indrukt, wordt de actuele snelheid (= het
aantal enveloppen dat per uur wordt
verwerkt) weergegeven.
Na twee seconden of nadat de toets
nogmaals snel wordt ingedrukt, wordt een
grafische weergave van de snelheid
gegeven (zie fig. 3.5). Nu kan de snelheid
worden gewijzigd. Wanneer de toets "+" of "-" wordt ingedrukt, worden de veranderingen
grafisch weergegeven.
Iedere keer dat een toets wordt ingedrukt, wordt het aantal met 100 per uur veranderd.
De snelheid kan variëren tussen 500 en 2.000 enveloppen per uur. Wanneer de toetsen
niet langer dan twee seconden worden ingedrukt, verschijnt de teller weer op het scherm.
10
Figure 3.4
Figure 3.5
Advertenties
Inhoudsopgave
