5. Wanneer de ademluchtbevochtiger niet dicht is: dichtingen
vervangen (zie „6.4.2 Dichtingen vervangen", pagina 50).
6. Water uitgieten.
7. Ademluchtbevochtiger met 50 ml water vullen.
8. Ademluchtbevochtiger aan therapieapparaat aansluiten.
9. Therapieapparaat inschakelen.
10. Bevochtigertoets indrukken om de ademluchtbevochtiger in te
schakelen.
11. Verwarmingscapaciteit stand 6 op therapieapparaat instellen
(zie „5.4 Ademluchtbevochtiger instellen", pagina 41).
12. Controleer of de ademluchtbevochtiger verwarmt.
13. Wanneer de ademluchtbevochtiger zich na 15 minuten niet
verwarmt: contact opnemen met vakhandel of
therapieapparaat met ademluchtbevochtiger aan de fabrikant
opsturen.
Resultaat
Functiecontrole voor ademluchtbevochtiger is uitgevoerd.
SOMNObalance (e) / SOMNOsoft 2 (e)
Functiecontrole
NL
55