74
Gebruik van de cursor op het StructureScan™ paneel
De cursor wordt standaard niet op het StructureScan beeld weergegeven.
Wanneer u de cursor plaatst, worden het cursor informatievenster en de historiebalk
geactiveerd. Op een SideScan beeld wordt de afstand links/rechts van de boot naar de
cursorpositie getoond. Op een DownScan beeld wordt de diepte op de cursorpositie
weergegeven.
Om de cursor en cursor elementen uit het paneel te verwijderen, drukt u op de X toets, of
selecteert u de optie Cursor wissen.
Ga naar cursor
U kunt naar een geselecteerde positie op het beeld navigeren, door de cursor op het paneel
te plaatsen en vervolgens de optie Ga naar cursor in het menu te selecteren.
De Cursor hulp functie
Bij gebruik van een touchscreen maakt de cursor hulp functie fijninstelling en precies
plaatsen van de cursor mogelijk zonder details met een vinger te bedekken.
Houd met uw vinger op het scherm ingedrukt om het cursor symbool te veranderen in een
selectiecirkel, die boven uw vinger verschijnt.
Zonder uw vinger van het scherm te nemen, sleept u de selectiecirkel boven het gewenste
item om informatie daarover weer te geven.
Wanneer u de vinger van het scherm neemt, verandert de cursor weer in de normale cursor.
Afstand meten
De cursor kan worden gebruikt om de afstand tussen de positie van twee waarnemingen op
het beeld te meten.
De meetfunctie is gemakkelijker te gebruiken als het beeld gepauzeerd is.
1.
Plaats de cursor op het punt waar vanaf u de afstand wilt meten.
2.
Selecteer de meetfunctie via het menu.
3.
Plaats de cursor op het tweede punt voor de meting.
- Er wordt een lijn tussen de meetpunten getekend en de afstand wordt in het
Informatie venster getoond.
4.
Ga desgewenst door met het selecteren van meetpunten.
U kunt het menu gebruiken om het beginpunt en eindpunt opnieuw te plaatsen zolang de
meetfunctie actief is.
Wanneer u Meten stoppen selecteert, of op de X toets drukt, gaat het beeld weer op de
normale manier verschuiven.
Waypoints opslaan
U kunt een waypoint op een geselecteerde positie opslaan door de cursor in het paneel te
plaatsen en de optie Nieuw waypoint in het menu te selecteren.
Als het apparaat een MARK toets heeft, kunt u die indrukken om direct een waypoint op te
slaan. Als de cursor actief is, wordt het waypoint op de cursorpositie opgeslagen. Is de cursor
niet actief, dan wordt het waypoint op de positie van uw boot opgeslagen.
StructureScan™ historie bekijken
Wanneer de cursor op een StructureScan paneel actief is, is de verschuifbalk zichtbaar onder
aan het paneel. De verschuifbalk toont het beeld dat u momenteel bekijkt in verhouding tot
de totale opgeslagen StructureScan beeldhistorie.
Afhankelijk van de geselecteerde weergave bevindt de verschuifbalk zich helemaal rechts
(DownScan) of onder aan het scherm (SideScan).
U kunt de beeldhistorie verschuiven door omhoog/omlaag te slepen (SideScan), of naar
links/rechts (DownScan).
Om het normale StructureScan verschuiven te hervatten, drukt u op Cursor wissen.
StructureScan™
| NSS evo2 Bedieningshandleiding