Download Print deze pagina

Simrad NSS evo2 Bedieningshandleiding pagina 61

Advertenties

Noord boven
Draait het radarbeeld zo dat het noorden recht naar boven wijst.
Koers boven
Draait het radarbeeld zo dat de huidige navigatiekoers recht omhoog wordt weergegeven.
Deze optie werkt alleen als het systeem op een actieve route navigeert. Als dat niet zo is,
wordt de vaarrichting boven oriëntatie gebruikt totdat de navigatiefunctie is gestart.
Positie van het radar midden
U kunt het midden van de radar PPI (Plan Position Indicator) op verschillende posities in het
radarpaneel zetten en selecteren op welke manier uw boot zich over het radarbeeld
verplaatst.
De radar beweging wordt in de linker bovenhoek van het radar paneel aangegeven als TM
(True motion, ware beweging) of RM (Relative motion, relatieve beweging).
De radar positie kan alleen worden veranderd als de radar aan het zenden is.
Midden
Midden
Standaard instelling. Het midden van de radar PPI is gecentreerd in het radar paneel.
Vooruit kijken
Verplaatst het midden van de radar PPI naar de onderkant van het paneel, voor een
maximaal zicht vooruit.
Offset
Biedt de mogelijkheid het midden van het radarscherm (PPI) naar elke gewenste positie op
het radar paneel te verplaatsen.
1.
Selecteer de optie Offset in het menu.
2.
Plaats de cursor waar u het midden van het radarbeeld wilt hebben.
3.
Bevestig de instelling door de optie Offset opslaan in het menu te kiezen.
Ware beweging
Bij Ware beweging (True motion) bewegen uw boot en bewegende doelen zich over het
radarscherm terwijl u vaart. Alle stilstaande objecten blijven op een vaste positie. Als het
vaartuig symbool de rand van het scherm bereikt, wordt het radarbeeld opnieuw getekend,
met het vaartuig symbool in het midden van het scherm.
Als Ware beweging geselecteerd is, is het menu uitgebreid met een optie om de ware
beweging te resetten. Hiermee kunt u het radarbeeld handmatig resetten en het vaartuig
symbool weer in het midden van het scherm plaatsen.
EBL/VRM markeringen
De elektronische peilinglijn (EBL) en variabele afstandmarkering (VRM) maken snel meten van
afstand en peiling naar vaartuigen en landmassa's binnen het bereik van de radar mogelijk. Er
kunnen twee verschillende EBL/VRM's op het radarbeeld worden geplaatst.
De EBL/VRM's worden standaard vanuit het midden van de boot geplaatst. U kunt het
referentiepunt echter naar een geselecteerde positie op het radarbeeld verplaatsen.
Na plaatsing kunt u de EBL/VRM aan/uit zetten door de desbetreffende markeringen op de
databalk te selecteren, of door de markering in het menu uit te schakelen.
Radar
| NSS evo2 Bedieningshandleiding
Vooruit kijken
Offset
61

Advertenties

loading