Inhoudsopgave
Advertenties
neutrale stand en start de motor. De motor moet
starten en blijven lopen. Dit betekent dat de tracti-
eschakelaar en de maai-/hefschakelaar op het ven-
tielenblok correct functioneren. Ga verder bij
punt 3. Als de startmotor draaide maar de motor
niet aansloeg, is er een storing. Dit is echter geen
storing van het beveiligingssysteem.
3.
Neem plaats op de zitting. Stel de parkeerrem in
werking en zet de versnellingshendel in de neutrale
stand. Druk het maaipedaal in en probeer de motor
te starten. De motor moet niet starten. Dit betekent
dat de maai-/hefschakelaar naar behoren werkt. Als
de motor niet start, gaat u verder bij punt 4. Als de
motor wel start, is er een storing in het beveili-
gingssysteem.
4.
Neem plaats op de zitting. Zet de versnellingshen-
del in de neutrale stand, druk het hefpedaal in en
laat het daarna opkomen. Start de motor en rijd de
maaier naar een gedeelte dat vrij van afval en
dergelijke is. Houd iedereen, met name kinderen,
uit de buurt van de maaier en buiten het werkge-
bied. Zet de versnellingshendel in de neutrale
stand; het maaipedaal moet niet ingedrukt zijn. Zet
het handgas op halve snelheid en stel de parkeer-
rem in werking. Houd het stuur vast, zet een voet
op de vloer van de maaier en druk met de andere
het rempedaal in. Zet de versnellingshendel in de
1e versnelling. Sta voorzichtig op van de zitting: de
motor moet nu afslaan. Als de motor afslaat, werkt
het beveiligingssysteem naar behoren.
5.
Herhaal de bovenstaande controle met de ver-
snellingshendel in de 2e versnelling. Als de motor
niet afslaat, de motor afzetten en de storing ver-
helpen voordat u de maaier opnieuw gebruikt.
VOORBEREIDING VOOR HET
MAAIEN
Om het maaien van evenwijdige banen te vereenvoudi-
gen, kunt u de grasmanden van maaieenheid 2 en 3 als
volgt aanpassen:
1.
Zet een streepje op ca. 13 cm vanaf de buitenkant
van elke kap.
2.
Plak op die afstand een strook wit plakband of
schilder een lijn op beide grasmanden, evenwijdig
aan de buitenrand (fig. 14).
OEFENING
Voordat u met de Greensmaster 3000-D gaat maaien,
adviseert The Toro Company dat u een open terrein
opzoekt en oefent in het starten, stoppen, heffen en laten
zakken van de maaieenheden, draaien enzovoort. Door
dergelijke oefeningen raakt u vertrouwd met de bedie-
ning van de Greensmaster 3000-D.
BELANGRIJK: als u tijdens het maaien de ver-
snellingshendel in de 2e versnelling zet, gaat de
maaier niet sneller rijden. Drukt u echter het hef-
pedaal in, dan gaat de machine plotseling wel sneller
rijden. Voor de veiligheid wordt aanbevolen dat u de
1e versnelling alleen voor het maaien gebruikt en de
2e versnelling uitsluitend voor transport.
2
1.
Hulplijn voor evenwijdige banen
2.
Ca. 13 cm
3.
Rechts maaien
4.
Blijf 2–3 meter vóór de machine kijken
Instructies voor het eerste gebruik
4
1
3
Figuur 14
19
Advertenties
Inhoudsopgave
