Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Toro GREENSMASTER 3000-D Bedieningshandleiding pagina 14

Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningsorganen
Rempedaal (fig. 5)
Met het rempedaal worden de mechanische trommel-
remmen op de aandrijfwielen bediend.
PARKEERREMKNOP (fig. 5)
Om de remmen voor het parkeren te blokkeren, het
rempedaal indrukken en vervolgens de parkeerremknop
indrukken. Om de parkeerrem te lossen het rempedaal
indrukken. Maak er een gewoonte van de parkeerrem in
werking te stellen wanneer u de maaier verlaat.
CONTACTSCHAKELAAR (fig. 7)
De contactschakelaar, waarmee u de motor start en stopt,
heeft drie standen: OFF, ON en START. Draai de sleutel
rechtsom in de stand START om de motor te starten.
Laat de sleutel los zodra de motor aanslaat. De sleutel
gaat daarna automatisch in de stand ON. Draai de sleutel
linksom in de stand OFF om de motor af te zetten.
INDICATIELAMPJE VOORGLOEIEN (fig. 7)
Als u de contactsleutel op ON draait, gaat het indi-
catielampje voor het voorgloeien branden. Dit geeft aan
dat de voorgloeibougies de cilinders voorgloeien.
Raadpleeg de paragraaf Starten en stoppen voor de
juiste werkwijze. Het voorgloeicircuit is beveiligd door
middel van een automatische zekering van 40 A.
1. Contactschakelaar
2. Automatische zekering 15 A
3. Indicatielampje voorgloeien
4. Handgas
5. Indicatielampje laadstroom
6. Indicatielampje motoroliedruk
7. Indicator koelvloeistoftemperatuur
8. Indicatielampje oververhitting
9. Bedrijfsurenteller
10. Hendel voor hoogte-instelling bedieningspaneel
14
Figuur 7
BELANGRIJK: gebruik geen ether of andere
startvloeistoffen om de motor te starten.
HANDGAS (Fig. 7)
Met het handgas bepaalt u het toerental van de motor.
Druk het handgas naar voren voor een hogere snelheid
(SNEL), of naar achteren voor een lagere snelheid
(LANGZAAM).
N.B.: de motor kan niet worden gestopt m.b.v. het
handgas.
INDICATIELAMPJE LAADSTROOM (fig. 7)
Het indicatielampje voor de laadstroom moet niet bran-
den wanneer de motor loopt. Als het wel brandt, moet
het laadsysteem worden gecontroleerd en indien nodig
gerepareerd.
INDICATIELAMPJE MOTOROLIEDRUK
(fig. 7)
Als de motoroliedruk te laag wordt, gaat het lampje
branden. Zet de motor af en verhelp het probleem voor-
dat u de maaier opnieuw gebruikt.
KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR METER
EN INDICATIELAMPJE (fig. 7)
De koelvloeistoftemperatuur meter geeft de temperatuur
van de koelvloeistof aan. Als de temperatuur te hoog
wordt, wordt de motor automatisch gestopt en gaat het
indicatielampje voor oververhitting branden. Als dit
gebeurt, de contactschakelaar op OFF draaien.
Controleer de radiateur op verontreinigingen, controleer
de V-snaar van de ventilator en het koelvloeistofpeil in
de expansietank. Als de temperatuur van de
koelvloeistof tot een veilig niveau gedaald is, wordt de
beveiliging tegen oververhitting automatisch uit-
geschakeld.
BEDRIJFSURENTELLER (fig. 7)
De bedrijfsurenteller geeft de bedrijfsuren van de motor
aan.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

04375

Inhoudsopgave