Zet de motor af en wacht tot alle bewegende delen
stilstaan voordat u op olielekkage, losse bevestigin-
gen of andere storingen controleert.
D. Zet de motor af en controleer de
vloeistofniveaus. Controleer de maaier tevens
op olielekkage, losse bevestigingen en andere
storingen.
8.
Om de motor af te zetten, zet u het handgas op
LANGZAAM en draait u de contactsleutel in de
stand OFF. Neem de sleutel uit de contactschake-
laar om per ongeluk starten te voorkomen.
ONTLUCHTEN VAN HET BRAND-
STOFSYSTEEM
1.
Brandstoffilter en waterafscheider bevinden zich
rechtsachter, onder de brandstoftank (fig. 10).
1. Brandstoffilter/waterafscheider
2.
Vanaf de linkerkant van het achterwiel kunt u de
ontluchtschroef boven op brandstoffilter/wateraf-
scheider bereiken. Draai de ontluchtschroef los
(fig. 11).
Wees voorzichtig bij werkzaamheden in de buurt
van de uitlaatdemper, deze kan heet zijn en brand-
wonden veroorzaken.
VOORZICHTIG
Figuur 10
VOORZICHTIG
1.
Brandstoffilter/waterafscheider
3.
Draai de contactsleutel in de stand RUN. De elek-
trische brandstofpomp pompt de lucht via de
ontluchtschroef uit het systeem. Laat de sleutel in
de stand RUN totdat er een onafgebroken stroom
brandstof bij de ontluchtschroef uitstroomt. Draai
de ontluchtschroef vast en zet de contactsleutel in
de stand OFF.
4.
Maak de vergrendeling los en open de motorkap.
5.
Open de ontluchtschroef op de brandstofinjec-
tiepomp met behulp van een 10 mm sleutel.
1.
Ontluchtschroef op brandstofinjectiepomp
6
Draai de contactsleutel in de stand RUN. De elek-
trische brandstofpomp pompt de lucht via de
ontluchtschroef uit het systeem. Laat de sleutel in
de stand RUN totdat er een onafgebroken stroom
brandstof bij de ontluchtschroef uitstroomt. Draai
de ontluchtschroef vast en zet de contactsleutel in
de stand OFF.
Instructies voor het eerste gebruik
Figuur 11
2.
Ontluchtschroef
Figuur 12
17