9.
Instelmogelijkheden bij de orthese
De orthese kan met instelbare systeemenkelgewrichten individueel aan de behoeften van de patiënt worden
aangepast.
Let op de correcte instelling van de dorsaalaanslag bij de montage van het systee-
menkelgewricht. Deze is beslissend voor de gehele opbouw van de orthese. Meer
informatie hierover vindt u in de online-tutorial Alignment Guidelines AFO (zie
QR-code, afb. 15) op de website van FIOR & GENTZ.
9.1
Invijlbare bewegingsvrijheid
Bij systeemgewrichten met invijlbare aanslag kan de maximale bewe-
gingsvrijheid in dorsaalextensie of plantairflexie door invijlen van de
systeemvoetbeugel worden ingesteld (maximaal 10°; afb. 16). Wanneer
u de systeemvoetbeugel tot aan de ronde hulplijn invijlt, ontstaat een in
dorsaalextensie of plantairflexie vrij beweeglijk systeemenkelgewricht.
9.2
Aflezen van de gewrichtshoeken
Op alle systeemgewrichten en systeemvoetbeugels bevinden zich mar-
keringen (afb. 17) die de hoek van de systeemcomponenten onderling
aangeven. Zo kunt u de individuele uitgangspositie (de basisopbouw van
de orthese) controleren, de aangegeven gewrichtshoek documenteren
en latere afwijkingen vergelijken. De gewrichtshoek in de individuele
uitgangspositie mag niet buiten de graadmarkeringen liggen.
De afstanden van de graadmarkeringen voor de afzonderlijke systeem-
breedtes vindt u in de volgende tabel.
Graadmarkering
Systeembreedte
Graad
10. Aanwijzingen voor de vervaardiging van de
orthese
10.1 Verbinding met systeemspalk/
systeemanker
De systeemspalk/het systeemanker moet overeenkom-
stig de in de planning voorziene arbeidstechniek mid-
dels vastlijmen of vastschroeven en omwikkelen met
het systeemgewricht worden verbonden (afb. 18-20).
Meer informatie vindt u in de Gebruiksaanwijzing voor orthopedische technici of gekwa-
lificeerde/opgeleide experts Systeemspalken en systeemankers (zie QR-code, afb. 21).
12
10 mm
12 mm
14 mm
5°
5°
2°
16 mm
20 mm
2°
2°
Afb. 18
2°
4°
6°
8°
10°
Afb. 19
Afb. 15
Afb. 16
Afb. 17
Afb. 20
Afb. 21