5
Inzetbaarheid waarborgen
– Verwijder de oliepeilstok (1) en veeg hem
schoon.
– Steek de peilstok tot aan de aanslag naar
binnen en verwijder hem weer.
Het oliepeil moet zich tussen de markeringen
(zie pijlen) bevinden.
– Als het oliepeil slechts tot de onderste mar-
kering reikt, schroef dan de vuldop (2) los
en vul olie bij. Let daarbij op de informatie
over de hoeveelheid en specificatie in het
hoofdstuk "Onderhoudsschema".
– Schroef vervolgens de vuldop (2) weer ste-
vig vast.
– Steek de peilstok tot aan de aanslag naar
binnen.
– Sluit de motorkap; zie het hoofdstuk "Motor-
kap sluiten".
Koelvloeistof bijvullen en koelvloei-
stofconcentratie controleren
LET OP
Risico van motorschade!
Als het koelvloeistofniveau te laag is, duidt dit op een
lek in het koelsysteem.
– Controleer het koelsysteem op lekkage; zie
H oofdstuk OPMERKINGRadiateur reinigen en
⇒
op lekkage controlerenBladzijde, Koppeling
deel 356 .
WAARSCHUWING
Koelvloeistof en koelvloeistofadditieven zijn gevaar-
lijk voor de gezondheid.
Volg de veiligheidsvoorschriften voor de omgang met
koelvloeistof op; zie
H oofdstuk OPMERKINGKoel-
⇒
middel en koelvloeistofBladzijde, Koppeling deel 49 .
De vuldop (1) van het koelvloeistofreservoir
bevindt zich aan de bovenzijde van het contra-
gewicht, tussen de bestuurderscabine en de
LPG-cilinders.
Een sensor bewaakt het koelvloeistofniveau.
Ga als volgt te werk als de melding
op het display- en bedie-
VLOEIST.NIV.
ningspaneel verschijnt.
340
KOEL-
57348011854 NL - 08/2020 - 12
Onderhoud